Het Verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog
Toen de Duitsers Nederland bezetten kwam een van de kwade bedoelingen van de bezetter al snel boven
drijven, ze zochten goedkoop personeel. Veel mannen tussen de 18 en 40 jaar werden opgegroepen om
te gaan werken voor de Duitsers.
Daarvoor hadden ze speciale kampen opgezet. Al snel ging het verhaal dat er sprake was van
mensonterende omstandigheden en dat er van 'betaald werk' al helemaal geen sprake was. Velen
doken onder.
Onderduikers
Je verstoppen was nog niet zo eenvoudig want 'je verraaier sliep nooit'. Ook moest er iemand zijn
die je verzorgde want je moest toch eten. Veel onderduikers zaten op het platteland waar het
relatief rustig was. De bezetter had er weinig te zoeken.
Je moest natuurlijk wel een boer kennen die je onderdak wilde verlenen. Bekende onderduik familie
was natuurlijk de familie Frank die in een achterhuis aan de Prinsengracht verscholen zat.
Het Verzet
Het Nederlands verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog is niet te duiden. In het algemeen kun je
zeggen dat iedereen die zich op een of andere manier onttrok aan het absolute gezag van de bezetter
verzet toonde.
In Frankrijk was er sprake van gewapend verzet, in Nederland voornamelijk ondergronds verzet.
Het verlenen van onderdak aan Joden was een van de voornaamste verzetsdaden in Nederland. Naar
schatting twintig duizend Joden hebben door onder te duiken WOII overleefd.
Het verzet had dus verschillende vormen. Er werden anti-Duitse of pro-Oranje leuzen op
muren gekalkt en illegale krantjes gedrukt. Daarin werd opgeroepen tot verzet. Er waren wel
gewapende verzetsgroepen maar die waren dan ook goed georganiseerd en hadden contacten met
Londen waar de regering en de Koningin zat.
Er werden overvallen gepleegd op banken die in handen waren van de Duitsers maar ook de
bevolkingsregisters waren een doelwit. De registratie van burgers kon velen noodlottig
worden als de Duitsers erin gingen snuffelen, op zoek naar Joden.
Op distributiekantoren werden bonnen uitgedeeld voor voedsel, ook die waren regelmatig doelwit van
overvallen. De grootste daad bestond uit het verstoppen van Joden en ze het land uitsmokkelen.
Tekenaars en schilders werd gevraagd persoonsbewijzen te vervalsen.
Radio Oranje
Nederland was in Oorlog, de regering en de Konigin zaten in Londen en Nederland moest
strijden voor wat het waard was. De stem van strijdend Nederland was radio Oranje. Op 28
juli 1940 sprak Koningin Wilhelmina vanuit Londen voor het eerst bezet Nederland toe.
Voortaan zou vijf jaar lang, iedere avond om 9 uur, de BBC een programma uitzenden voor
bezet nederland. Koningin Wilhelmina besloot steevast met een hart onder de riem.
De Duitsers waren natuurlijk ook niet gek en bemerkten al snel dat Nederland massaal aan de radio
gekluisterd zat en begon met stoorzenders de ontvangst onmogelijk te maken. Ook werd er direct
een verbod afgekondigd op het luisteren naar de radio maar daar hield natuurlijk niemand zich aan.
Uiteindelijk kwam het tot een verbod op het hebben van een radio. Uit angst voor repressailles
werden er van de 1,1 miljoen radio's 800.000 ingeleverd.
De CPN
Eerste aanzet tot verzet werd in Amsterdam gegeven door de Communistische Partij Nederland. Vijf
dagen na het bezetten van Nederland trokken zij al van leer tegen de maatregelen die de
nazi's afkondigden. Veel actieve leden binnen de CPN waren van Joodse afkomst.
Gefusilleerd
Als je gepakt werd omdat men vermoedde dat je in het verzet zat werd je gemarteld om de organisatie
en andere verzetsmensen te verraden. Dat dat je eigen leven niet spaarde werd al snel bekend.
Uiteindelijk kwamen er rond de 3.000 verzetsmensen door een Duitse kogel om het leven.
Verzetskruis
Deze onderscheiding is een Koninklijk eerbetoon. Koningin Wilhelmina (vanaf 1948 als prinses)
schreef bij iedere uitreiking een persoonlijke brief aan de nabestaanden.
De maar 95 keer uitgereikte medaille voor getoonde uitzonderlijke moed tijdens de bezettingsjaren
is slechts éénmaal niet postuum uitgereikt. Gerard Tieman kreeg de versierselen in
1946 opgespeld.
Het Verzet stond niet te wachten op een onderscheiding, immers, verzet tegen een bezettingsmacht
zou geen teken van uitzonderlijke moed moeten zijn maar de normaalste zaak van de wereld. Het
aannemen van een medaille zou uit ijdelheid zijn.
Besloten werd daarom het verzetskruis alleen toe te kennen aan overleden personen. Zo kregen 93,
voornamelijk Nederlandse in de oorlog gestoren verzetshelden, de onderscheiding. Gerard Tieman
kreeg de onderscheiding dus als enige levende verzetsheld opgespeld in juli 1946.
Aan de symbolische 'onbekende Joodse soldaat' werd ook een verzetskruis uitgereikt.
Amsterdamse verzetshelden die een verzetskruis uitgereikt kregen waren: Jan
Jozua Barendsen, Franciscus Duwaer, Walraven van Hall, Louis Jansen, Arthur Meerwaldt, Frederik
Nieuwenhuijsen, Jacobus Oranje, Gerard Tieman en Gerrit Jan van der Veen.
Verzetsherdenkingskruis
In 1980 werd besloten dat er een tweede erkenningsmedaile moest komen voor tijdens de
bezettingsjaren getoonde moed. Hoewel aan de instelling ervan een Koninklijk Besluit ten grondslag
lag is dit een nationale onderscheiding, geen militaire of koninklijke. Veel mensen uit het verzet
of hun nabestaanden vonden ook nu dat een onderscheiding niet op zijn plaats was en vroegen de
medaille niet aan. Drie honderd anderen die hem aanvroegen kregen hem niet omdat er te weinig
bewijs voor hun daden was.
Dit devalueert in feite de vijftienduizend maal dat de onderscheiding wel werd uitgereikt omdat
je niet zeker weet of een ander die hem niet kreeg hem wellicht niet meer verdiende.
Reden voor velen om de onderscheiding niet aan te vragen was dat de verstreken tijd te lang was
of dat de erkenning onvoldoende. Een deel vond een onderscheiding juist 'te veel eer'.
Pagina's gerelateerd aan het verzet
Hannie Schaft
Herdenkingskruis
Het Parool
Olympia
Onbekende helden
Oorlogsmonumenten
Verzetsbank
Verzetskruis
Verzetsmuseum
Yad Vashem