Schade vele malen groter dan bekent
Tot nu toe werd aangenomen dat de schade die Nederland had geleden door de Duitse bezetting 25 miljard gulden bedroeg. Op mijn pagina
OORLOGSSCHADE lees je hoe dit bedrag kort na de oorlog werd bepaald.
Het bedrag klopt voor geen kanten en de schadevergoeding die de Duitsers betaalden was een lachertje.
Goud
Tijdens de bezetting blijken de Duitsers ruim 145.000 kilo goud uit de kluis van de Nederlandsche Bank te hebben gebroofd. De bank was
toen gevestigd aan de Oude Turfmarkt te Amsterdam, tegenover het Rokin, vlakbij de Munt.
De hoeveelheid gestolen goud zou hoger zijn geweest als de directie van de Nederlandsche Bank vanaf 1938 niet met enige regelmaat goud
in veiligheid had gebracht. Naar schatting is tachtig procent van de goudvoorraad weggesluisd voordat de Duitsers er hun hand op
konden leggen.
In alle bezette gebieden tesamen is er voor 550.000 kilo aan goud gestolen.
Waar bleef het goud dat de Duitsers roofden?
De nazi's hadden geld nodig om wapens te kunnen maken, de grondstoffen waren duur en de leveranciers zagen niets in de Duitse
Reichsmark, zij verlangden betaling in goud. De Duitsers roofden daarom uit alle bezette gebieden staatsgoud, maar ook goud dat
van de burgers was.
Er werd weliswaar geregistreerd wat er werd ingenomen, maar dat was enkelt om de gedupeerden gerust te stellen, uiteraard zagen ze
nooit meer iets van hun kostbaarheden terug of werden op transport gesteld naar de vernietigingskampen.
Zwitserland heeft een zeer bedenkelijke rol gespeeld bij de 'handel' in goud, 115.000 kilo Nederlands goud is via de Zwitserse route
'witgewassen'. De Zwitsers gaven na de oorlog in totaal 50 kilo terug, te verdelen onder alle landen die gedupeerd waren. Deze 50 kilo
vertegenwoordigde een waarde van 60 miljoen gulden terwijl later kwam vast te staan dat de Zwitsers voor zes maal zoveel via de
Duitsers hadden ontvangen.
Zwitserland had jarenlang ontkent dat het wist dat het goud gestolen was, maar moest in 1997 toch toegeven dat de Zwitserse Bank reeds
in 1941 wetenschap had waar het goud van afkomstig was, namelijk roof.
Amerikaanse troepen vonden in april 1945 in een zoutmijn nabij de Duitse plaats Merkers een enorme hoeveelheid goud die door de
Duitse Bank was verborgen.
Terugvordering!
Hoewel er fel werd onderhandeld en een deel van het goud terugkwam kun je stellen dat Nederland onvoldoende heeft gedaan om meer
schadevergoeding te krijgen. De Amerikanen maalte de dienst uit, Frankrijk, Rusland en Engeland liepen aan het handje mee om vooral
hun eigen belangen veilig te stellen.
Duitsland had op het oog niets te vertellen, maar wees telkens weer fijntjes naar de gevolgen van de forse herstelbetalingen na de
Eerste Wereldoorlog die in feite de opmaat waren tot de Tweede Wereldoorlog.
Vandaag de dag zijn er geen mogelijkheden meer om geld of goud van de Duitsers te eisen, maar dat wil Nederland ook niet, economische
belangen staan dat in de weg. Ongeveer de helft van het geroofde goud is teruggekomen, gerekend naar de goudprijs van vandaag de dag
hebben we nog 2,5 miljard Euro van de Duitsers tegoed.
Wat een grote negatieve invloed op de pogingen van Nederland had waren de politionele acties in Indonesië die door de internationale
gemeenschap scherp werden veroordeeld. Nederland trok zich daar niets van aan waardoor het zichzelf isoleerde.
Ook de snelheid waarmee Nederland een claim indiende heeft ons parten gespeeld, de Amerikanen wilden Zwitserland te vriend houden en
Duitsland geen al te hoge herstelbetalingen opleggen. De Zwitsers erkenden deels schuld en gaven de eerder genoemde 50.000 kilo terug,
voorwaarde was wel dat ze voor altijd verschoond zouden blijven van nieuwe claims.
Een groot deel van het ontbrekende goud ligt nog altijd in Zwitserse kluizen.
Morele verplichting
Omdat de juridische mogelijkheden uitgeput zijn probeerde de Nederlandse regering in 2000 de Zwitsers te bewegen alsnog het ontbrekenende
goud terug te geven, om nimmer openbaar gemaakte redenen staakte Paars II alle pogingen.
In 2014 werd de druk op Zwitserland uit verschildende landen opgevoerd, die vreesden dat hun goede naam teniet zou worden gedaan waarop
er een referendum werd uitgeschreven waarin aan de Zwitsers werd gevraagd of de regering gehoor moest geven aan de herhaalde oproepen
goud uit de Zwitserse kluizen terug te geven.
Het antwoord weet u natuurlijk wel.
Wat we niet weten is hoeveel goud er naar Zuid-Amerika is meegenomen, hoeveel de Russen naar Moskou stuurden en of de verhalen kloppen
dat ook de Amerikanen zich zondigden aan het inpikken van nazigoud wat zij tegenkwamen bij de bevrijding van Europa. Ook zouden er
nog 'goudtreinen' bestaan die nooit zijn terugevonden.
Met name een trein met goud uit Hongarije (goudtrein van Walbrzych) houdt de gemoederen tot op de dag van vandaag bezig. Er zou
300.000 kilo goud in de trein hebben gelegen die ergens in voormalig Duitsland (thans Polen) onder de grond zou moeten staan. In 2015
kwamen er nieuwe aanwijzingen over de locatie van de trein naar buiten toen een voormalig SS'er op sterven lag. De zoektocht leverde
aanvankelijk niets op, maar de trein werd plots toch gevonden, deze bleek geen goud, maar onderdelen voor militaire voertuigen en wapens
te bevatten.
Het merkwaardige hierbij is dat deze 'officiële' berichten de buitenwereld bereikten terwijl de trein nog niet was onderzocht, simpelweg
omdat deze nog niet was gevonden. De Polen wilden pottenkijkers weghouden door dit gerucht de wereld in te slingeren. De Polen
beschouwen de trein als hun eigendom omdat deze op Pools grondgebied is gevonden.
In februari 2019 keek ik opnieuw naar de stand van zaken, één man doet nog altijd onderzoek naar de
eventuele vindplaats van de trein, hij heeft al zijn geld in dit 'project' gestoken.
Nazigoud in Nederland!
In 2013 werd bekend dat Nederland in 1939 goud in bewaring had genomen dat door de nazi's in maart van dat jaar uit een bank in Praag
was geroofd, enkele dagen na de bezetting van Tsjechië. Een groot deel van de 'buit' ging naar Nederland en België.
De Britten hadden de Duitsers geholpen bij het overbrengen van het goud, in Nederland is er nimmer onderzoek naar gedaan. In
1950 kwam de roof én heling aan het licht na openbaringen door de Britse Centrale Bank. Ook gaf men toe dat er Duits
goud in Britse banken werd overgebracht naar Duitsland, terwijl de intenties van de Duitsers toen al duidelijk waren.
De Nederlandsche Bank bevestigde alleen dat er in 1939 inderdaad Duits goud via Londen in bewaring werd genomen. Nederland bleef
na de inval van Duitsland in Polen en de oorlogsverklaring van Groot-Brittanië neutraal, net als in de Eerste Wereldoorlog, begin
mei 1945 wisten we dat dat deze keer geen stand zou houden.
Goud vandaag de dag
De Nederlandsche Bank bezit in totaal 612,5 ton goud met een tegenwaarde van twintig miljard Euro, het goud
ligt in kluizen in Londen, GB (20%), New York, VS (30%), Ottawa, Canada (20%) en Amsterdam (30%.)
De reden waarom er spreiding is zal je niet verbazen, op deze manier is ons goud veilig voor als ons land weer bezet wordt. Dat
goud niet meer dan een ruilobject (tegen geld) is en niet meer de dekking vormt van onze begroting schijnt daarbij niet
uit te maken. De Nederlander heeft meer vertrouwen in de economie, het geldstelsel en, dus, de overheid als er veel goud in ons
bezit is.
Ter vergelijking, de Nederlandse regering geeft per jaar 300 miljard Euro uit.