CABR
Onder het Ministerie van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) valt het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR.) Het CABR
bewaard dossiers van foute Nederlanders. Landgenoten die willens en wetens samenwerkten met de Duitse bezetter tijdens de Tweede
Wereldoorlog.
Archief 2020
Archief 2020 is een project om vôôr het jaar 2020 informatie van onder andere het CABR te digitaliseren en online te brengen
zodat iedereen kan zoeken in de dossiers.
Meer dan 300.000 Nederlanders werden na de oorlog beschuldigd van samenwerking met de Duitse bezetter, dat varieerde van deelname aan
de SD, SS of ander onderdeel van de Duitse Wehrmacht, tot verraad of het lidmaatschap van de NSB. Zij kregen te maken met de 'bijzondere
rechtspleging'. Het archief dat is aangemaakt in het Nationaal Archief omvat meer dan een half miljoen dossiers. Sinds 2000 is het deels
openbaar.
Als het iemand betreft die bij raadpleding honderd jaar of langer geleden geboren is kan het dossier worden ingezien, indien de persoon
in kwestie jonger dan honderd jaar is bij raadpleging kan dat alleen als de desbetreffende persoon overleden is. Van personen die jonger
dan honderd jaar zijn, maar nog leven, is inzage een zeer lastige kwestie omdat die dan zijn of haar medewerking dient te geven.
Het CABR is tot 1 januari 2025 vanwege privacywetgeving beperkt openbaar.
Niet alleen strafdossiers
Het archief omvat alles wat er voor handen was van de verdachte, dat kunnen dagboeken zijn, maar ook post, foto's en lidmaatschapskaarten
van verenigingen zoals de NSB.
De belangrijkste stukken om een indruk te krijgen van de 'foutheid' van een persoon met een dossier zijn de rechtbankverslagen
waarin verklaringen zitten van getuigen.
Inzage in een dossier
Stuur een brief naar het CABR bij het:
Nationaal Archief
Dienstverlening
Postbus 90520
2509 LM Den Haag
Vermeld tenminste:
- volledige naam van de persoon naar wie u onderzoek wilt doen
- haar geboortedatum en geboorteplaats
- woonplaats gedurende de oorlogsjaren
- uw relatie tot de betrokkene
- korte motivatie voor inzage
- uw naam, adres, woonplaats, een e-mailadres.
Indien de betrokkene nog leeft en jonger dan 100 jaar is moet u tevens een schriftelijke toestemming van de betrokkene overleggen. Als de persoon
jonger dan 100 jaar is en overleden dan is een bewijs van overlijden noodzakelijk.
Als bewijs van overlijden kan gelden:
- een uittreksel uit de Burgerlijke Stand
- een rouwkaart of rouwadvertentie
- een persoonskaart van het Centraal Bureau voor Genealogie
- goed leesbare foto van een grafsteen.