Ben Strik
In 2013 hoopt Ben 90 jaar te worden en zeker ondergetekende hoopt met hem mee want Ben is een bijzonder mens. Voor zijn levenswandel
zou ik meerdere pagina's nodig hebben maar je weet, ik beperk me tot de hoofdlijnen.
Op
DEZE PAGINA staat meer over Kamp Prins Bernhard, een bijzonder verhaal over een bijzonder avontuur. Echter, Ben Strik heeft een andere
lezing over de gebeurtenissen dan ik, en wie ben ik om te twijfelen aan zijn verhaal. Daarom dus als aanvulling op de Prins Bernhard Kamp
pagiina hieronder een bijdrage van Ben Strik.
Ter gelegenheid van zijn verjaardag komen er drie boeken uit over zijn leven, uiteraard wordt er ook veel aandacht besteed aan zijn tijd
in het kamp. Een Nederlands kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ben Strik aan het wooord
Om je een idee te geven van hoe het begon het stuk oorlog waar ik bij betrokken ben.
In februarie 1943 werd ik in Apeldoorn opgepakt en door 2 marechaussees naar
het Concentratiekamp Vught getransporteerd. Vermoedelijk omdat mijn baas,
wat ik pas later ontdekte, tot de NSDAP behoorde kreeg hij me vrij.
Ik was vertegenwoordiger in zijn zaak voor snoepwaren.
Toch werd ik in mei opgeroepen voor Kassel.
Met nog een Ben, zijn we ondergedoken in Heeten, 13 km achter Deventer.
Na een zomer werken op het land heb ik me in Arnhem gemeld bij
Oom Piet Frequin voor het verzet. Als zodanig heb ik me
beziggehouden met het onderbrengen en begeleiden
van een 100-tal onderduikers in Heeten en Haarle.
Toen de geallieerden parachutisten en voertuigen uitzetten boven Arnhem
kwamen er hier en daar gevluchte militairen in handen van mij en van
het verzet in Raalte. Op dat moment hebben voor het eerst
Jan Weenink en Sjef van Rheden gehoor gegeven aan
mijn oproep mee te vechten. Ook de mensen uit
Raalte waren maar betrekkelijk bezig met het
verzet. Ze vroegen mij hoe de soldaten
onder te brengen.
Ik had intussen van het verzet uit Deventer de vraag gekregen
of ik plaats kon vinden voor 3 Italianen die daar ondergedoken zaten.
Dat waren de redens te gaan zoeken naar een goed
onderkomen. Ik kende de familie Kerkvliet,
expediteurs en moedige mensen.
Een ervan, Jozef, trok in bij het boerderijtje van de Ruiter, weduwnaar
en trouwde met diens enige dochter. Sjef en Jan woonden
bij 2 grote boeren net wat hoger. Het waren ondergedoken
Nederlandse militairen. Ik geloof beiden sergeants.
Met Jozef Kerkvliet ben ik gaan praten om de
3 Italianen er onder te brengen, wat lukte.
De andere verzetsmensen met gevangen militairen vroegen me
toen of zij ze ook op het boerderijtje onder mochten brengen.
Dat heb ik met heel veel moeite voor elkaar gekregen
van de Ruiter en Kerkvliet. Toen hebben Sjef en
Jan de leiding ervan genomen met mij
en vooral Joop Traag, waarmee
ik het verzet gedeeld had.
Joop (Johny) zorgde voor Heeten en ik voor Haarle en alles
wat erbij kwam. We overvielen samen het Gemeentehuis
van Raalte ervoor, om geld voor ons werk. Een deel
ervan werd gebruikt voor het kamp. Zelf kende
ik alle boeren waar ik kleren en voedsel
haast dagelijks op ging vragen.
Als kokkin heb ik mijn meisje gehaald uit Apeldoorn. We zouden
na de oorlog gaan trouwen wat niet doorging. Ik ben voor
priester gaan studeren en kwam zo terecht in Brazilië,
waar ik al 60 jaar werk voor de armen. Zie
www.benenpattystrik.blogspot.com etc.
Toen allles mis dreigde te gaan heb ik de 3 Italianen teruggebracht
naar Deventer. De kokkin Iet naar Apeldoorn. Bij mijn terugkomst
had men alle gevangen militairen weer teruggebracht naar
Raalte op 2 protestante getrouwde Oostenrijkers na,
waar ik door hen binding mee had gekregen.
Kerkvliet, De Ruiter en ik zaten er mooi mee in onze maag. Ook al
omdat we in een katholieke omgeving zaten. Wat ik verder
heb gedaan met de twee staat in mijn boek. In ieder
geval heb ik ze onder kunnen brengen bij een
zeer religieuze boer in Schoonheeten.
Met de veldwachter heb ik daarna besloten Heeten te verlaten.
Het zou zeer gevaarlijk geworden zijn als ik gebleven was.
Denk maar eens aan Putten. Dat is de reden dat ik
niets meer te weten kwam over het kamp en
wat er verder gebeurde.
Ik ben in Apeldoorn doorgegaan met mijn verzet,
tot we er in april 1945 werden bevrijd.
Direct na de oorlog, na een visite aan de Koningin, waar ik
vriendschap aan overhield met Prins Bernard voor
mijn werk in Brazilië, ben ik in 1945 ingetreden
en werden alle banden met de oorlog
en de wereld verbroken.
Dat is zeer in het kort mijn verhaal. Belangrijk is het feit
dat ik er een goed contact had met een hondertal
onderduikers, een behoorlijk deel door mij
geplaatst. Met hen bewaakten we het
kamp onder leiding van Joop, die
ook in dienst was geweest.
We zullen je op de hoogte houden van wat er
volgend jaar gaat gebeuren. Ik heb drie
Stichtingen voor Brasil opgericht,
deels nog actief.
Hartelijke groeten
Ben Strik