Overpeinzing
Door Max C. van der Glas
Het is een bewolkte dag ergens in het najaar vam 1945 en ik loop met mijn vader door de oude "Jodenbuurt".
Weggedoken in onze jassen, die zo kort na de oorlog nog niet van beste makelij zijn. Mijn kleine
kinderhand wordt stevig omklemt door de hand van mijn vader en zwijgend stappen we door, soms even
onderbroken door een opmerking van mijn vader, of een vraag van mij.
Een enkeling groet mijn vader,
maar grotendeels zijn z'n gedachten ergens anders. Ik weet het, ik voel het, ik moet weinig
zeggen. We zijn vanaf het Rembrandtplein, door de Amstelstraat en over de Blauwbrug via het
Waterlooplein, terecht gekomen in de Weesperstraat. Een smalle straat met vele lege winkels en
verlaten vervallen woningen, alles ziet er naar en droefgeestig uit.
Plotseling staat mijn vader stil voor een kleine kapperszaak en zegt "hier heb ik lang geleden in
mijn jeugd gewerkt als kappersleerling". Ik gluur door het raam naar binnen en zie een kleine verlopen
en lege ruimte met twee kappersstoelen dik onder het stof en in één van de aan de muur
hangende spiegels zit een grote barst, maar voor ik iets kan zeggen trekt mijn vader mij al weer
mee, verder 'De Buurt' in, de Hortus, de Plantage bij Artis en weer terug.
Na enige tijd staan we stil in de smalle Muiderstraat. "Kijk" zegt hij, "hier had je grootmoeder een
groentewinkel". We staan stil voor een kleine half onder de grond gesloten deur, met een trapje naar
beneden en ik hoor hem zeggen, "kijk, daar boven, daar heeft mijn moeder ook gewoond". Oh, denk ik, maar
voor ik antwoord kan geven of wat vragen lopen we al weer verder. Langs de 'ouwe Shul', de Moses
en Aaron kerk voorbij, de Jodenbreestraat in, bij het sluisje wijst hij mij nog even op bakker
Theeboom die er sinds kort weer zit, de Sint Antoniebreestraat in tot aan 'de Waag', waarna wij, nu
aan de andere kant lopend, weer dezelfde weg terug gaan.
Terloops wijst hij mij op een klein straatje, "dat is de Zandstraat, daar was het Joodse schooltje
waar ik, je oom Jo en mijn zusjes, op school zijn geweest".
We gaan wel onderweg even de broodjeswinkel van Quiros in, drinken een kop thee en eten een broodje aan
de toonbank die rechts van de ingang staat, met recht voor ons een trapje naar det wat hoger gelegen
gedeelte. Het is er half vol en mensen zitten ook boven aan houten tafeltjes. Er wordt druk gesproken
door iedereen, maar ik hoor alleen het geroezemoes. We gaan weer naar buiten en vervolgen onze
wandeling, tot we eindelijk, na de tram genomen te hebben, weer in de Vechtstraat aankomen.
Nu, jaren later, staat mij dat nog voor de geest en denk ik te begrijpen wat mijn vader voelde en
dacht, toen hij door 'ZIJN OUDE BUURT' liep, met zijn herinneringen, aan hoe het eens was, zijn
jongensjaren, zijn familie, zijn vrienden, zijn bekenden, aan alles wat er niet meer was, huizen
waar eens vrienden woonden en winkels waar eens bekenden hun nering hadden. Niets van dat alles was
er meer, maaar de vele herinneringen zouden levendig bij hem blijven, tot aan zijn dood.
Max C. van der Glas
Foto: Muiderstraat 8, gerestaureerd maar nog wel met het trapje naar het voormalige groentewinkeltje
dat de grootmoeder van Max had rond 1890
Tot mijn grote spijt en verdriet is Max zaterdag 12 maart 2016, overleden.