Wist Wilhelmina meer dan zij altijd heeft toegegeven?
Koningin Wilhelmina had de mogelijkheid om de Jodenvervolging en systematische uitroeiing van het Joodse volk op de agenda te
zetten, zij liet dat na. Vanuit Londen sprak zij tussen 28 juli 1940 en 24 maart 1945 eenendertig maal het Nederlandse volk toe via
Radio Oranje in Londen.
Alleen op 28 november 1941, 17 oktober 1942 en 31 december 1943 haalde zij de Joden aan.
Eerst gaan we terug naar de periode voor de oorlog, 1939. Wilhelmina is op vakantie in Zwitserland, het is ergens in maart van dat jaar
als zij ter ore krijgt dat er in de gemeente Ermelo een kamp zal worden ingericht voor Joodse vluchtelingen uit Duitsland. Ermelo ligt
op tien minuten fietsen van Koninklijk Paleis Het Loo, het zint haar allerminst dat er op steenworp afstand van haar verblijf een
vluchtelingenkamp komt.
Zij wendde al haar macht aan om de komst te voorkomen, drie dagen later waren de plannen gewijzigd, het kamp zou in de
gemeente Westerbork komen.
In mei 1940 vluchtte Wilhelmina naar Londen, daar liet zij zich nauwelijks uit over het lot van de Joden, wel verzette ze zich in zeer
felle bewoordingen tegen de bezetter. In het laatste volledige oorlogsjaar zei zij niets over de Joden en de 'ontjoding'. Wellicht wilde
zij geen onderscheid maken tussen bevolkinsgroepen, maar geen een groep had zoveel te lijden onder het juk van de nazi's als
de Joden en dat was alom bekend in de wereld en niet pas aan het einde van de oorlog.
Op mijn pagina
AANKLACHT WO2 schrijf ik meer over de aanwijzingen
en feiten dat men meer wist dan men achteraf heeft toegegeven.
November 1941
In deze periode worden de geruchten over een 'endlösung' steeds hardnekkiger, de Wannsee conferentie moet dan nog
plaatsvinden (januari 1942), maar, zo zegt Wilhelmina: "Met zorg en verontwaardiging vernam ik, hoe zij u willen dwingen langs
omwegen deel te nemen aan den strijd tegen ons eigen land; hoe zij geheel willekeurig de uwen medevoeren in
gevangenschap en concentratie-kampen; hoe zij u in toenemende mate gebrek laten lijden aan de eerste levensbehoeften;
hoe zij op afschuwelijke wijze de Joden vervolgen, en hoe zij dagelijks een stroom van leugen en bedrog en weerzinwekkende
propaganda over u uitstorten, die gij echter, met uw open oog voor al wat verdacht is, als al te dom, te doorzichtig en te grof,
als geheel ongeloofwaardig rustig langs u heen laat gaan."
In de herfst van 1941 was Churchill duidelijk over het lot van de Joden. In een bericht aan de Jewish Chronicle van 14 november 1941
schreef hij:
"Niemand heeft vreselijker te lijden dan de Jood van het onuitsprekelijke kwaad dat Hitler en zijn verderfelijke regime brengen over
lichaam en geest van de mens."
Dit was een reactie op rapporten uit augustus en september van dat jaar (1941) over duizenden executies in Rusland door de Duitsers.
Oktober 1942
Loe de Jong schreef na de oorlog over Nederland tijdens de bezettingstijd. Hij zat dicht bij het vuur want net als de regering en het
Koningshuis vluchtte hij naar Londen. Daar werkte hij voor Radio Oranje. Koningin Wilhelmina spreekt het Nederlandse volk toe en heeft
het op 17 oktober van dat jaar onder andere over het stelselmatig uitroeien van Joodse landgenoten.
Letterlijk zegt zij: "ik deel van harte uw verontwaardiging en smart over het lot onzer Joodse landgenoten. En met mijn gehele
volk voel ik de onmenselijke behandeling, ja, het stelselmatig uitroeien van deze landgenoten, die eeuwig met ons samen
woonden in ons gezegend vaderland, als ons persoonlijk aangedaan."
Enkele maanden daarvoor waren er zowel op de BBC als via Radio Oranje al berichten geweest dat duizenden Duitse en Poolse Joden
in gaskamers om het leven waren gekomen.
De Jong repte na de oorlog nimmer over deze mededelingen via de BBC en zijn 'eigen' Radio Oranje.
Anne Frank in diezelfde maand
Anne schreef niet één dagboek, maar meerdere, die bestonden voornamelijk uit brieven aan een denkbeeldige vriendin, Kitty.
Uit wat Anne in de herfst van 1942 schreef valt ondubbelzinnig op te maken dat een meisje in een kamertje aan de
Amsterdamse Prinsengracht wist wat door velen jaren later nog altijd ontkend werd.
Lieve Kitty, (9 oktober 1942)
Niets dan nare en neerdrukkende berichten heb ik vandaag te vertellen. Onze vele joodse kennissen worden bij groepjes opgepakt. De gestapo
gaat met deze mensen allerminst zachtzinnig om. Ze worden gewoon in veewagens naar Westerbork, het grote jodenkamp in Drenthe, gebracht.
Miep heeft over iemand verteld die uit Westerbork gevlucht is. Westerbork moet vreselijk zijn. De mensen krijgen haast niets te eten, laat
staan drinken. Er is maar een uur per dag water en een wc en een wastafel voor een paar duizend mensen.
Slapen doen ze allemaal door elkaar, mannen, vrouwen en die laatsten en de kinderen krijgen vaak de haren afgeschoren. Vluchten is haast
onmogelijk. De mensen zijn gebrandmerkt door hun afgeschoren hoofden en velen ook door hun joodse uiterlijk. Als 't in Holland al zo erg
is, hoe zullen ze dan in de verre, barbaarse streken leven waar ze heengezonden worden?
Wij nemen aan dat de meesten vermoord worden. De Engelse radio spreekt van vergassing, misschien is dat wel de vlugste sterfmethode. Ik
ben helemaal van streek. Miep vertelt al deze gruwelverhalen zo aangrijpend en zelf is ze eveneens opgewonden.
Kortom, Anne wist over de vergassing van Joden, Wilhelmina onderschreef dat in feite met haar toespraak van 17 oktober 1942, de oorlog
duurde toen nog meer dan twee jaar, Wilhelmina heeft het daarna niet meer gehad over de massale moordpartijen in de Duitse kampen
in Polen.
December 1943
Wilhelmina is ondubbelzinnig: "Steeds zenuwsloopender is de overheersching van den nietsontzienden vijand voor u geworden;
steeds gruwelijker zijn methoden, waaraan velen uwer, en in het bijzonder onze Joodsche landgenooten, wier vernietiging helaas
bijna een feit is geworden, ten offer zijn gevallen."
Een maand eerder verschijnt er in Duitsland op 4 november 1943 een propagandablaadje met daarin onder andere de
navolgende tekst:
"Het is waar om te zeggen dat de Joden uit Europa verdwenen zijn en dat het Joodse 'Reservoir van het Oosten'
vanwaar de Joodse pest zich gedurende eeuwen heeft verspreid over het Europese volk, gestopt is te bestaan."
Kort voor de drie redes van Koningin Wilhelmina zijn er duidelijke aanwijzingen dat Joden systematisch worden vermoord
door de Duitsers. Hoe kon Wilhelmina het NIET weten.
Toespraak Koning Willem-Alexander 2020 tijdens dodenherdenking op de Dam
Op 4 mei 2020 hield Koning Willem-Alexander een toespraak die bij velen goed viel, hij haalde Jules Schelvis aan, maar bovenal
besprak hij zijn overgrootmoeder, Wilhelmina.
"Medemensen, medeburgers in nood, voelden zich in de steek gelaten, onvoldoende gehoord, onvoldoende gesteund, al was
het maar met woorden. Ook vanuit Londen, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet. Het is
iets dat me niet loslaat.
Oorlog werkt generaties lang door. Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons.
Het minste wat we kunnen doen is: niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet
'normaal' maken wat niet normaal is.
En: onze vrije, democratische rechtsstaat koesteren en verdedigen. Want alleen die biedt bescherming tegen willekeur en waanzin."
Historici zijn het altijd oneens gebleven over wat Wilhelmina wist en niet wist, mijn mening is dat zij dondersgoed geweten
heeft wat er gebeurde in de concentratiekampen.