Tineke (Tina), officieel heette zij Leventina
'What's in a name' is hier meer dan ooit van toepassing, want Tina, zoals ze zelf graag genoemd werd, moest het vooral van daden hebben,
een mens van veel woorden was ze niet. Het liefst bleef zij op de achtergrond, het plegen van verzet zat haar in het bloed.
De Eerste Wereldoorlog ging niet geruisloos voorbij aan Nederland, ook al waren we neutraal, veel Belgen probeerden hun land, dat wel in oorlog was
met de Duitsers, te onvluchten, ondanks een groot hekwerk dat langs de grens met onze zuiderburen was opgetrokken. Het
gezin Buchter (vader Alphonse en moeder Marie Schotte) vingen Belgen op die kans hadden gezien onder het juk van de bezetter vandaan te komen.
Tina wist dus niet beter dan dat je een mens in nood en op de vlucht, hulp moest bieden. Alphonse en Marie scheidden reeds lang
voor de oorlog, hun enige dochter bleef bij haar moeder.
Na de oorlog (30 april 1947) trouwde Tina in Amsterdam met Robert Strobos, een neuroloog, ze kregen twee zoons (Semon en Jur) en dochter
Carolyn. In 1951 emigreerden zij naar de Verenigde Staten en in 1964 ging het paar weer uit elkaar, drie jaar later hertrouwde Tina met de
econoom Walter Chudson, zij hadden samen geen kinderen. Zij overleefde beide echtgenoten.
Op 27 februari 2012 overleed Tina in haar huis in Rye, New York, aan de gevolgen van teruggekeerde borstkanker, ze is 91 jaar geworden.
Omdat het NIOD (lees: Loe de Jong) weinig op had met vrouwen in het verzet is er weing gedocumenteerd over Tina, haar moeder Marie en oma
Marie. Een Koninklijke onderscheiding kreeg zij daardoor niet. Op 24 maart 1990 kreeg zij de Yad Vashem onderscheiding en in 2009 de
Courage to Care onderscheiding van het Holocaust and Human Rights Education Center.
Tot haar dood is zij de naam van haar eerste echtgenoot, Strobos, blijven dragen in publieke optredens.
Nieuwezijds Voorburgwal 282
Nu is er een theater gevestigd (Betty Asfalt), maar tijdens de oorlogsjaren woonden hier twee vrouwen, Tina en haar moeder Marie, haar oma Marie
Schotte-Abrahams woonde op zichzelf. Tina was 20 en studeerde medicijnen, de Duitsers vielen op 10 mei ons land binnen, op 15 mei gaven wij
ons gewonnen, het bombardement op Rotterdam was een waarschuwing teveel.
Vier dagen later werd Tina 21, haar leven zou nooit meer hetzelfde worden.
Het huis was groot genoeg om een aantal onderduikers te herbergen, doorlopend zaten er maximaal vijf mensen die om wat voor reden dan ook
op de vlucht waren voor de nazi's die ons land in een ijzeren greep hielden. Uit officiële tellingen is gebleken dat door toedoen van de
dames ruim honderd mensen uit handen wisten te blijven van de bezetter, helaas werden sommigen later alsnog opgepakt, maar nooit in het
huis van Tina.
Maar Tina deed meer.
Tina was ook actief bezig met het verzet tegen de Duitsers, zij vervalste voedselbonnen en ook enkele persoonsbewijzen schijnen van haar
hand te zijn. Zoals veel vrouwen in het verzet werd zij ingezet als koerierster, zij bracht wapens, zendapparatuur en radio's weg. In hun huis aan de
Nieuwezijds Voorburgwal 282 verstopten de dames van de Duitsers gestolen wapens voor het verzet.
Henri Polak
Veel van de onderduikers kenden Tina van de universiteit, maar onder de schuilenden was ook Henri Polak die toen al ruim in de zeventig was, Polak
was oprichter van de ANDB en geldt als grondlegger van de Nederlandse Vakbeweging, hoewel hij voor de voorloper van de PvdA ook politiek
actief is geweest.
Al vrij snel zochten ze een andere plek voor hem, dat werd het huis van oma.
In de Henri Polaklaan, rechts van het Verzetsmuseum, treffen we op nummer 9 het vakbondsmuseum
aan in het gebouw van de voormalige Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond waarvan
voornamelijk Joden lid waren omdat diamant bewerken een vrij beroep was.
Oma Marie verstopte Henri in een speciale kamer, de gedachte was dat Henri bij haar veiliger zou zijn, Oma bleef uit handen van de Duitsers.
dit in tegenstelling tot haar dochter en kleindochter. Tina werd drie keer opgepakt, haar moeder
twee keer. Beiden wisten, soms na mishandelingen, met een vlotte babbel de Duitsers ervan te overtuigen dat zij het bij het verkeerde eind
hadden. Dat Marie vloeiend Duits sprak zal ongetwijfeld in haar voordeel zijn geweest.
Johan Brouwer
Een van de onderduikers was Johan Brouwer, zijn naam staat op onderstaande plaquette.
Al vrij snel dook Johan Brouwer onder bij Tina en Marie, het verzet kreeg vorm en de Duitsers hadden dat snel in de gaten. De groep rond Johan telde
zo'n tien personen, hij vroeg Tina mee te doen. De NBS (later BS, Binnenlandse Strijdkrachten) kreeg vorm. Na een meningsverschil met de groep werd
Tina kort uit de groep gezet, maar al snel bleek dat ze niet zonder haar konden.
Het verzet wilde wapens die van de Wehrmacht waren gestolen in het pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal verstoppen, de dames stemden toe
en al snel ging Tina meer werk voor het verzet doen, de ruzie is nooit meer ter sprake gekomen.
Van BS naar LO
Tina voelde zich niet zo heldhaftig als de groep rond Johan, zij verliet de Binnenlandse Strijdkrachten en legde zich binnen de LO meer toe op
het onderbrengen van Joden en vervalsen van identiteitsbewijzen. Omdat de Gestapo de dames in totaal acht maal met een bezoek vereerde durfden
ze niet te vaak of te lang onderduikers in huis te hebben, doorgaans kwamen ze voor enkele dagen om dan weer door te gaan naar een ander
onderkomen.
Alleen Hans De Jong, een groot en rijk Joods ondernemer, bleef een heel jaar, van medio 1943 tot en met medio 1944. Op een dag
viel de SD binnen met zes man, op zoek naar Hans, aan de dames werd gevraagd of ze hem kenden. Tina zei dat ze hem inderdaad kende en dat
hij een kamer had gehuurd. Hans was niet aanwezig, maar Tina en Marie moesten wel mee. Het verhoor verliep niet zoals de SD zich had voorgesteld
en wilde de dames naar de Gestapo in Den Haag sturen.
Daar wond Tina de Duitsers om haar vinger met haar charme en goede Duits. Ze werden heengezonden, maar moesten wel beloven dat ze
het zouden melden als Hans zich weer liet zien. Die was inmiddels ondergebracht in de Havenstraat. In 1944 werd Hans alsnog opgepakt en
enkele maanden later doodgeschoten.
Op zolder van het pand had een timmerman van het verzet een kamer gebouwd met een geheime deur, ondanks dat de Gestapo er een keer
een kijkje nam is de onderduikplek nooit ontdekt. Maar er was nog iets bijzonders, Tina had een vriend bij de SD, hij waarschuwde haar als er
een inval op handen was. Er werd dan nooit iemand aangetroffen, ook al waren er serieuze verdenkingen. Zoals gezegd, Tina is driemaal
opgepakt maar telkens weer vrijgelaten.
Voor de liefde geen tijd
Tina was een knappe verschijning, ze maakte op mannen een diepe indruk, die charme gebruikte zij om uit handen van de Duitsers te blijven. Hoewel
er niet veel over bekend is heeft Tina toch een verloofde gehad. Dat was de Joods-Nederlands-Amerikaanse natuurkundige en wetenschapshistoricus
Abraham (Bram) Pais die in 1918 te Amsterdam geboren werd, hij was twee jaar ouder dan Tina.
Marie, Bram en Tina >>>
In 1939 ontmoette Bram Tina bij een vriendin van hem thuis, ze werden verliefd, maar Bram moest op een gegeven moment zelf onderduiken, hij zat
in negen verschillende plekken, Tina wist altijd waar hij zat en zorgde dat hij voldoende voedselbonnen had. Alles bij elkaar heeft Bram
twee jaar en twee maanden ondergedoken gezeten.
In februari 1945 ging het mis voor Bram, door verraad viel de SD binnen en arresteerde hem in een appartement in Amsterdam waar hij op dat moment
zat ondergedoken. Omdat er door de treinstaking geen transporten meer plaats konden vinden bleef Bram in het Huis van Bewaring
aan de Weteringschans zitten. Waarom hij werd vrijgelaten weet hij niet, Bram heeft altijd vermoed dat Tina hier de hand in heeft gehad. En hier is iets
vreemds, want de twee hebben elkaar na de oorlog nog vaak gezien, Tina moet toen verteld hebben hoe zij hem heeft geholpen. Het kan zijn dat
Bram hier nooit iets over heeft willen vertellen, het volgende is namelijk het geval geweest.
Niels Bohr
Bohr was een Deens theoretisch natuurkundige en scheikundige, hij wordt gezien als de grondlegger van de atoomfysica. De Duitsers wilden
een atoombom maken, daarvoor is 'zwaar water' nodig, in Noorwegen stond een fabriek die dat produceerde. Het Duitse atoomprogramma
werd geleid door Werner Heisenberg, die was bevriend met Bohr en vroeg hem om mee te doen in zijn project. Niels weigerde en waarschuwde
Werner. In de Noorse fabriek waren er sabotages, het gerucht is lang rondgegaan dat Heisenberg er spionnen had die schuim aan het water
toevoegden waardoor het keer op keer waardeloos was.
Omdat dit een smet op het blazoen van Heisenberg was waren ze geinteresseerd in een sterke tweede man, dat had Niels Bohr kunnen zijn. En dan
kom ik weer terug bij Tina.
Niels had gehoord van Bram en zijn kunde, Bram had per brief een uitnodiging gekregen van Niels Bohr om zijn assistent te worden. Nu moet je
je voorstellen dat Tina er alles voor over had om haar doel te bereiken, zelfs met de vijand het bed delen zou voor haar geen probleem zijn. Of zij
dat in werkelijkheid ook gedaan heeft is een geheim dat Tina mee haar graf in heeft genomen. Tina ging naar de SD en vroeg naar een hoge
Duitse offcier, de naam had zij gekregen van een vriend. De officier in kwestie bleek een persoonlijke vriend van Goering te zijn.
Het was de Duitsers veel aan gelegen zo snel mogelijk over een atooombom te beschikken omdat ze dreigden de oorlog te verliezen, Tina liet
de hoge Duitse officier de brief zien die Niels Bohr aan Bram had gezonden. Die nam contact op met Goering die inmiddels wel door had dat Niels Bohr niet
voor de Duitsers zou komen werken en dat Werner Heisenberg niet in staat was om voor de bom te zorgen, Werner had de Duitsers twee jaar lang
aan een lijntje gehouden.
Binnen een uur was Bram vrij man!
Niels Bohr >>>
Tina heeft dit verhaal nog wel eens verteld aan Bram die altijd gezegd heeft dat hij zich daar niets van kon herinneren, Tina heeft dat uiterst
merkwaardig gevonden. Over het verraad van het laatste onderduikadres weet Bram wel alles te vertellen, het was zijn vriendin na Tina geweest
die zijn familie had verraden. Over het hoe of waarom heeft Bram zelfs tegenover Tina nooit iets willen zeggen.
Bram had zeer warme gevoelens voor Tina en Marie, ook na de oorlog nog. Tot aan zijn dood in 2000 zagen ze elkaar om de twee a drie jaar, Bram
heeft nooit gezegd waarom de romance destijds doodbloedde. Inmiddels is mij duidelijk dat dat kwam omdat Bram er nog een liefje op na hield.
Marie, de moeder van Tina, was gek op Bram, de verloving werd echter al tijdens de oorlog verbroken, Marie vond het maar niks dat haar dochter
vrienden met Bram bleef. Tina heeft voor Bram en veel van zijn familieleden onderduikadressen geregeld, alleen een zuster van Bram wilde daar
niets van weten. Haar man zei dat hij het niet over zijn hart kon verkrijgen om onder te duiken, hij vond zich jong en sterk genoeg, ze zouden hem
misschien naar een werkkamp sturen, daar had hij op voorhand al vrede mee.
Bram en Tina praatten als gekken in op Brams' zus maar ze wilde er niets van weten. Beiden vonden de dood in een concentratiekamp.
De ouders van Bram vonden het maar niks dat hij met een niet-Joods meisje thuis kwam, wellicht dat dit een rol heeft gespeeld bij de uiteindelijke
beëindiging van de verloving. Tina had een goed onderduikadres voor Brams' ouders gevonden, maar die klaagden aan een stuk door over het
eten en dat ze niet konden staan in de plek. Tina kon geen goed doen bij het stel.
Plaquette ter herinnering aan het mooie werk dat de drie dames deden
in het pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal 282
Tina als model
Peter de Waard werkt voor de Volkskrant, via hem kwam ik op een spoor dat je niet 1-2-3 verwacht bij een verzetsstrijdster, zowel voor, tijdens
als na de oorlog heeft Tina model gestaan voor kunstenaars.
De Hongaars-Nederlandse Eva Besnyõ maakte in 1935 een serie foto's van Tina, die toen nog Tineke Buchter heette. Tijdens de oorlog
schijnen er ook portretten van haar te zijn gemaakt, helaas heb ik die niet teruggevonden, De Waard schrijft dit toe aan het feit dat het waarschijnlijk
Joodse kunstenaars waren die hun naam niet bekend maakten.
Sári Góth was de dochter van de Hongaarse schilder Maurice Góth, zij tekende Tina in 1929. Er is ook een buste van
een onbekende beeldhouwer, waarschijnlijk was hij net als Max van Dam Joods. Max schilderde Tina in de beginperiode van de oorlog, ook hij
zette zijn naam er niet onder. Max werd voor het eind van de oorlog vergast door de Duitsers.
Martin Monnickendam
In 1943 schilderde Martin (ik kom ook Martijn tegen als zijnde zijn naam) Monnickendam haar, aldus Tina zelf dan, bewijs daarvoor is er niet, maar
waarom zou Tina zoiets beweren als het niet waar is, dat lijkt mij niets voor haar. Hoogstwaarschijnlijk heeft Monnickendam korte tijd
ondergedoken gezeten bij Tina. Het schilderij is wel zijn stijl, maar de beheerders van zijn nalatenschap menen dat het toch niet zijn werk is.
Het is niet gesigneerd, iets wat Monnickendam volgens hen wel altijd deed. Her en der lees ik dat hij geen Jood zou zijn, maar Martin
kwam wel degelijk uit een Joodse familie en droeg tijdens de oorlog ook een Jodenster. Zijn ouders heetten Nathan Meijer Monnickendam
en Roosje Rippe. Martin had een oudere broer, Jacques en twee jongere zussen, Rachel en Elisabeth.
De vier kinderen werden liberaal-Joods opgevoed en als inspiratie voor zijn werk gebruikte Monnickendam vaak Joodse thema's, tijdens de oorlog
zetten Joodse kunstenaars zelden hun naam onder hun werk. Martin liet twee dochters na, Roos en Ruth, zij startten de Stichting die gaat over
het werk van hun vader. Volgens mij waren de zussen Christelijk, ze woonden beiden in het streng gereformeerde Nunspeet, op zondag
(zondagsrust?) kon Ruth niet bezocht worden, dat vond haar man niet goed. Roos had daar minder moeite mee, maar die is dan ook nooit
getrouwd geweest.
Niet dat hun Joodse afkomst verborgen werd gehouden, maar je leest heel weinig over de Joodse achtergrond van Martin en zijn dochters. En
tenslotte zijn Ruth en Roos natuurlijk ook niet Joods want hun moeder Alice was dat niet en dan ben je formeel niet-Joods. Zij, hun moeder, de
Luxemburgse Alice Mouzin trouwde in 1906 met Martin, Alice overleed in januari 1950. Ruth overleed in 1990, Roos, die eigenlijk Mona Rosa
heette, in 2004. Martin zelf overleed al in januari 1943 aan longontsteking.
Het werk van Martin Monnickendam is na schenkingen door de Stichting onder meer te vinden in het Joods Historisch Museum,
Rijksmuseum, het Stadsarchief Amsterdam, het Gemeentemuseum Den Haag en het Amsterdam Museum.
Er is volop onderzoek gaande wie het schilderij van Tina Strijbos dan wel heeft gemaakt. In 2014 dook het op tijdens de 'BBC's Antiques
Roadshow', de waarde werd toen geschat op maximaal 10.000 Britse Ponden.
Met dank aan Peter de Waard.
Peter schreef een boek over Tina dat in 2014 verscheen.