Joden in Suriname
Wanneer precies is niet zeker, maar dat er zich Joden in Suriname hebben gevestigd is zeker, het zal voor het eerst zo'n 400 jaar geleden zijn
geweest.
Uit Holland en Italië zouden zij zich aan de Boven-Suriname hebben gehuisvesd, twintig jaar later, rond 1650, stichtten Engelse Joden er een
kolonie bij de Cassiporakreek.
Later kwamen er veel Joden uit Brazilië nadat de Portugezen het Zuid-Amerikaanse land op de Hollanders heroverd
hadden.
Dat Joden juist naar Suriname gingen lag op zich dus voor de hand.
Synagoge in >>>
Paramaribo >>>
Net als in veel andere landen waar Joden wonen kent Suriname ook twee gemeenten, de Hoogduitse en de Portugeze.
De Portugezen waren er eerder, later sloten enkele Hoogduitse Joodse families zich bij hen aan, pas in 1735 scheidden zij zich af en
werd de Hoogduitse Gemeente opgericht.
Jodensavanna
De Jodensavanna is de voormalige zetel van de Portugeesche Joodsche Natie in Suriname en ligt aan de rechteroever van de Surinamerivier
ten noorden van de Cassipora, 50 kilometer van Paramaribo. In 1671 werd de eerste synagoge gebouwd op grond dat men in eigendom had verkregen.
Het betrof honderden akers aan grond tot gebruik van de synagoge, een Joodse begraafplaats en voor behuizing.
Jarenlang is het bezit door de heersers op Suriname betwist, pas in 1937 werd dit geregeld, maar niet tot tevredenheid van de Joodse
bevolking want de omvang werd drastisch ingeperkt.
In de eerste helft van de achttiende eeuw werden er in Paramaribo twee synagoges gebouwd, een bestaat nog terwijl de andere later herbouwd
werd door de huidige synagoge aan de Keizerstraat. In de tweede helft van de achttiende eeuw nam de invloed van de Joden af, plantage-eigenaren
raakten hun grond kwijt en trokken grotendeels weg, voornamelijk naar Paramaribo.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in maart 1942 de Jodensavanna een interneringskamp voor NSB'ers, afkomstig uit toenmalige
Nederlandsch-Indië. Zij 'ruimden' grond, huizen en graven. Het duurde twintig jaar alvorens er herstelwerk werd verricht door Nederlandse
troepen. Onder andere werden er oude graven ontdekt waarvan de oudste van rond 1670 zou stammen, waarmee het bewijs werd geleverd dat de Joden
destijds daar legitiem hun doden begroeven.
Behalve resten van de synagoge werden er ook restanten van een bakkerij, slachterij en een ritueel bad aangetroffen. In 1971 werd met
medewerking van de Nederlandse overheid, de Stichting Joden Savanna opgericht en kon de ruïne van de synagoge worden gerestaureerd. Tevens
werd er een klein museum ingericht.
Slachtoffers Holocaust in Suriname
In 2002 publiceerde de Surinaamse chirurg John de Bye in zijn 'Historische schetsen uit het Surinaamse Jodendom' namen en bijzonderheden
van Surinaamse Joden die slachtoffer zijn geworden van de Holocaust.
De indrukwekkende lijst tref je
HIER aan.
Interneringskampen tijdens de Tweede Wereldoorlog
Gouverneur van Nederland in Suriname was de heer J. C. Kielstra die zonder pardon honderden mensen oppakte en gevangen zetten zonder vorm van proces en
vaak ook zonder enige aanleiding en voor meerdere jaren. De opdracht die hij had was om de rust in he tland te bewaren, met goedkeuring van de
Nederlandse regering kondigde hij de staat van beleg af.
Suriname was rijk aan bauxiet, daar hadden de Duitsers oog voor maar met de hulp van de Amerikanen werd een Duitse invasie voorkomen. De komst van
deze 'beschermers' werd door de plaatselijke bevolking toegejuichd, er werd immers grof geld aan ze verdiend. Alle Duitse families in het land werden
door Kielstra opgesloten. Zij waren verplicht werk te verrichten waarvoor zij overigens wel betaald werden. Terecht werd er na de oorlog gesproken van
dwangarbeid.
Met de komst van vermeende NSB'ers uit Nederlands-Indië, het huidige Indonesië, in 1942, brak een vreemde periode aan. De in Suriname
gelegerde Nederlandse soldaten hoorden van de verschrikkingen uit Europa en het heulen van de NSB'ers, daarop vernederden zij de families waarvan
gezegd werd dat zij 'mogelijk' NSB lid waren.
Naast Duitsers en NSB'ers liet de gouverneur ook na de minste aanleiding iedereen oppakken. Kleine diefstallen en prostitutie waren voldoende om voor
jaren in een kamp terecht te komen.
Eind 1944, dus nog voor het einde van de oorlog, werd de gouverneur uit zijn functie gezet omdat de situatie niet langer getolereerd kon
worden. De staat van beleg werd opgeheven en de situatie van de geïnterneerden onderzocht, bij de meesten bleek dat er geen grond meer was
ze langer vast te houden.
Van een behoorlijke rehabilitatie is het nooit gekomen.
Joden in Suriname, de 21-ste eeuw
De Joden vormen nu nog maar een heel klein deel van de Surinaamse bevolking, hun betekenis voor de Surinaamse samenleving, gebruiken, taal en
voeding was in het verleden veel groter dan hedentendage. Er wordt beweerd dat het bekende Surinaamse gerecht 'Pom' wel eens van Joodse origine
zou kunnen zijn.
De laatste jaren is er een hernieuwde belangstelling in Suriname voor Joods erfgoed, de cultuur en het gedachtengoed.