Het Rode Kruis en haar bedenkelijke rol tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog
Misschien had ik deze pagina niet gemaakt als het Rode Kruis eerder het boetekleed had aangetrokken en schoon schip had gemaakt. Nu
gaat de organisatie
op haar website wel een beetje door het stof, maar het vergeet de rol te benoemen die het vlak na de oorlog speelde.
Het Rode Kruis op haar website
1940-1945: Tweede wereldoorlog, een zwarte bladzijde in Rode Kruis-geschiedenis.
Het Nederlandse Rode Kruis is goed voorbereid op eerste oorlogsdagen in 1940. Echter is het minder goed voorbereid op het functioneren onder het
regime van de bezetter. Zo worden joodse bloeddonoren uit de bloedtransfusiedienst geschrapt en joodse vrijwilligers ontslagen. Ook wordt er weinig
ondernomen om voedselpakketten naar de gevangen in kampen te sturen.
In 2005 concludeert het Nederlandse Rode Kruis dat het optreden richting joodse landgenoten in en na WO II een zwarte bladzijde in de geschiedenis
van de vereniging is.
Niettemin wordt vanaf de laatste twee oorlogsjaren veel hulp verleend bij voedseluitdelingen, evacuaties, en na bombardementen. Vooral door
plaatselijke afdelingen wordt de in nood verkerende bevolking te hulp geschoten.
...magertjes...
De werkelijke rol van het Rode Kruis
In 2005, zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, gaf het Rode Kruis dus toe ernstig in gebreke te zijn gebleven. Niet alleen werden
onbezoldigde vrijwilligers de wacht aangezegt, diverse kampen in Nederland en daarbuiten werden nauwelijks bevoorraad, terwijl daar een enorme
schaarste aan medicijnen, voedsel en schoon water was.
Onderzoekscommissie
Het Rode Kruis zegt kritisch te zijn op haar verleden. In 2005 erkende de vereniging dat openlijk, maar het duurde nog bijna tien jaar voordat er door het Rode
Kruis werd aangestuurd op een totaalbeeld van de vereniging tijdens de bezetting. Het NIOD is in 2013 derhalve gevraagd onderzoek te doen naar de rol
die het Rode Kruis tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde, in 2017 bestaat het Rode Kruis 150 jaar, dan wil het schoon schip hebben gemaakt. Het
onderzoek zal dus medio 2017 zijn afgerond, de bevindingen komen in een boek te staan, ik neem vast een klein voorschot.
Het Rode Kruis wil weten hoe de organisatie functioneerde tijdens de bezetting, of en zo ja, hoe de zuiveringen verliepen, of er inderdaad te laks
werd omgegaan met hulpaanvragen van nooddruftigen en of er mogelijk toch sprake is geweest van hulpverlening tegen de wil van de Duitsers in.
Wat mis ik hier in?
Met name de roep om onderzoek naar de rol die het Rode Kruis speelde bij het helpen ontvluchten van nazi's naar Zuid-Amerika! Maar ook het feit
dat het Rode Kruis op de hoogte was van de gaskamers en daar nooit één keer tegen geprotesteerd heeft. Ook de de
behandeling van gevangenen werd terzijde geschoven om de eigen neutraliteit te waarborgen.
Het ICRK en NRK zijn weliswaar twee zelfstandige organisaties, toch zou ik wel willen weten
of het NRK een rol heeft gespeeld bij het laten
ontsnappen van nazi's, zoals ook de KLM een kwalijke rol speelde.
Kortom, er komt een onderzoek naar omstandigheden die we al kennen (collaboratie, Joden ontslaan, te weinig hulpverlening) en niet naar wat we nog
niet weten (hulp aan de rattenlijn en negeren van de erbarmelijke behandeling van gevangenen), het NIOD neemt dit soort klussen graag aan omdat
het geld nodig heeft, maar blijkbaar 'slikt' het daarbij dat de opdrachtgever het onderzoeksterrein afbakent en een andere precaire periode totaal
buiten beschouwing laat.
Rattenlijn
Via, met name, Zwitserland wisten veel nazi's na de oorlog de dans te ontspringen, maar ook in Genua (Italië) was het eenvoudig om aan valse papieren
te komen. Onder andere Josef Mengele wendde zich tot het Internationale Rode Kruis onder een valse naam die voor hem een vlucht en papieren regelde. Via deze
rattenlijn vluchtten ook andere oorlogsmisdadigers als Erich Priebke, Bernard Helfrich, Klaus Barbie, Adolf Eichmann, en Gustav Wagner.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog had het NRK de taak op zich genomen om de bevolking in te lichten omtrent slachtoffers en krijgsgevangenen en om
hulp bieden, daar waar nodig. Zeker wat dit laatste betreft schoot de vereniging danig tekort en werkte het actief mee met de bezetter door
anti-Joodse maatregelen klakkeloos en onvoorwaardelijk uit te voeren.
Vast staat dat er direct na de ontzetting van kampen als Buchenwald en Auschwitz veel te weinig aandacht was voor de ernstig zieken die door
de nazi's waren achter gelaten omdat ze te ziek waren om hen de dodenmarsen te laten lopen. Nazorg en opvang van Joden die na de oorlog
terug naar Nederland kwamen is ver beneden de maat geweest. Gezegd moet worden dat ook buiten Nederland de organisatie van het
Internationale Rode Kruis op forse kritiek kan rekenen.
Seys Inquart was een Oostenrijker die door Hilter werd aangesteld als Reichskommissar in Nederland omdat Mussert niet voldoende vertrouwd werd. Seys
Inquart was zeer hard tegen Nederlandse burgers en direct verantwoordelijk voor de Jodendeportaties.
Hij benoemde een NSB'er tot baas van het Rode Kruis die daar geen protest tegen aantekende omdat de organisatie dacht dat het in de dagelijkse praktijk
niet veel zou uitmaken. Al snel werd duidelijk dat er met Willem Bernard Engelbrecht, die tevens SS'er was, niet viel te spotten. Na de oorlog werd hem verrijking
en machtsmisbruik verweten, hij zou te ziek zijn om terecht te staan.
Toch stond hij voor het hekje en kreeg drie jaar cel, daarvan zat hij slechts een gedeelte uit, hij stierf in 1955 op 73-jarige leeftijd.
Tijdens zijn functioneren volgde het Rode Kruis alle wensen van de bezetter op die via Engelbrecht werden overgebracht aan het bestuur. De gedachte was
dat men maar beter kon meewerken zodat de hulpverlening gehandhaafd bleef. Dat lukte aanvankelijk ook, tijdens het bombardement van Rotterdam deed
het Rode Kruis goed werk en ook in latere maanden deed de vereniging veel voor de Nederlandse bevolking.
In 1942 keerde het tij toen het Rode Kruis gehoor gaf aan een order van Seys Inquart om mensen naar het oostfront te sturen, de kans was zeer groot dat
er hulp geboden moest worden aan Duitse gewonden. Toch ging de organisatie er met 270 mensen heen die vooraf gescreend werden of ze wel Arisch
waren.
Het Rode Kruis heeft dus ook als taak om informatie te verstrekken over gewonden en slachtoffers, wellicht was dit wat veel gevraagd, het onderzoek door het
NIOD zal hierover hopelijk meer duidelijkheid geven.
Na de bevrijding werd het Rode Kruis belast met het opsporen van vermiste Nederlanders, zij konden werken met lijsten uit de concentratiekampen en de
deportatie-staten uit Westerbork. Zo kreeg ook Otto Frank van het Rode Kruis te horen dat zijn beide dochters in Bergen-Belsen om het leven waren gekomen. Door
dit intensieve werk was er (te) weinig aandacht voor Joden die wel terugkeerden.
Het Rode Kruis verwerkte meer dan een half miljoen verzoeken, in slechts een kwart van de gevallen kon er aan nabestaanden
uitsluitsel worden gegeven over het lot van hun familieleden.
Terug naar de ratten die wisten te vluchtten
Gerald Steinacher publiceerde in 2011 zijn boek 'Nazis on the Run', hij kwam tot de conclusie dat er veel meer nazi's naar Zuid-Amerika hebben weten te
vluchten door de hulp van het Rode Kruis. Het Internationaal Comité van het Rode Kruis in Genève had de onderzoeker toegang gegeven
tot hun archieven die, tot dan toe, geheim gehouden documenten bevatten.
Hij vond 8.000 kopieën van reisdocumenten die door het Rode Kruis verstrekt waren aan nazi-oorlogsmisdadigers. Door deze papieren te vergelijken
met lijsten van gezochte oorlogsmisdadigers kwam Steinacher tot zijn opzienbarende conclusie.
Gezegd moet worden dat het Rode Kruis nooit bewust heeft meegewerkt aan het laten vluchten van nazi's, maar het sloeg ook waarschuwingen in de wind
dat oorlogsmisdadigers mogelijk probeerden om met valse papieren aan Rode Kuis reisdocumenten zien te komen. Veel van de onderliggende papieren voor
een aanvraag waren verstrekt door het Vaticaan die wél bewust meewerkte, de angst voor het communisme was groot bij de Katholieke Kerk.
2014 Het NIOD: gaan zij reeds gedaan onderzoek dunnetjes overdoen?
Het NIOD verkeert in een lastige positie, de behuizing is duur en de subsidiekraan lekt. Het 'bedrijf' moet dus op zoek naar klussen.
Het Rode Kruis wil vòòr het jubileum in 2017 schoon schip maken, dus vonden de twee elkaar. Het Rode Kruis gaf geen carte
blanche, nee, het geeft zelf aan wat het NIOD mag onderzoeken.
De onderzoekscommissie van het NIOD bestond uit dr. Regina Grüter die het onderzoek uitvoerde waarbij zij werd bijgestaan
door een begeleidingscommissie:
Professor dr. Hans Blom, emeritus hoogleraar Nederlandse Geschiedenis Universiteit van Amsterdam, voorzitter;
Dr. Geraldien von Frijtag Drabbe Kuenzel, universitair docent Universiteit Utrecht;
Professor dr. Thea Hilhorst, hoogleraar Humanitaire hulp en wederopbouw, Wageningen UR;
Professor dr. Keetie Sluyterman, hoogleraar Bedrijfsgeschiedenis, Universiteit Utrecht;
Drs. Hans de Vries, oud NIOD-medewerker en onderzoeker Kampen en gevangenissen.
Omlijnde opdracht
Het NRK gaf het NIOD opdracht te onderzoeken wat er, met name, voor de Joden in Nederland en de kampen in het buitenland is
gedaan. In oktober 2018 wijdde de NPO 25 minuten aan het onderzoek, de uitkomst was schokkend, zo liet het NRK weten. Want in
Nederland werd er zeer sporadisch iets gedaan voor Joden, op lokaal niveau. Het bestuur in Den Haag wilde de Duitsers liever niet tegen
de haren instrijken.
In de kampen was het zo mogelijk nog erger. Op de vraag aan het NIOD wat het NRK voor in het buitenland geïnterneerde Joden
had gedaan was het antwoord: NIETS. Dit in tegenstelling tot zusterafdelingen van het Rode Kruis in Noorwegen, Polen, Frankrijk en Belgiê.
Hèt argument was telkens dat men de Duitsers te vriend wilde houden om nog van enige betekenis te kunnen zijn.
Naar de rol van het Rode Kruis net na de oorlog is geen onderzoek gedaan door het NIOD, simpelweg omdat dat niet de opdracht was en
het betrof immers een betaalde opdracht, 'wie betaalt bepaald'
Als je de uitspraak uit 2005 terughaalt:
"Niettemin wordt vanaf de laatste twee oorlogsjaren veel hulp verleend bij voedseluitdelingen, evacuaties, en na
bombardementen. Vooral door plaatselijke afdelingen wordt de in nood verkerende bevolking te hulp geschoten."
Is het ietwat verheugend dat men nu, na het rapport van het NIOD, concludeert:
"Het schetst een ontluisterend beeld van een gezagsgetrouw bestuur dat zich liet beperken door de regels van de bezetter en
daarmee het belangrijkste grondbeginsel van het Rode Kruis uit het oog verloor: menslievendheid."
Naar mijn bescheiden mening had men dat ook kunnen doen na eerdere onderzoeken en geluiden uit de Joodse
gemeenschap, maar daarover straks meer.
Kwesties van Leven en Dood, zo heet het rapport dat in de boekhandel te koop is. En dat vind ik dan
wel weer teleurstellend. Niet dat Rode Kruis-bestuursvoorzitter Inge Brakman en Rode Kruis-directeur Gijs de Vries op 1 november
2018 het boek presenteren, wel dat Joden ervoor moeten betalen.
Joden die in de oorlog werden weggevoerd moesten voor hun treinkaartje betalen, ook de verplichte gele Jodenster kostte geld en
zelfs voor het opslaan van spullen, die later geroofd werden, moest betaald worden. Het lijkt erop dat Joden voor alles moeten betalen,
nu dus ook voor een rapport dat een excuus bevat aan het adres van de Joden die in de steek zijn gelaten door het NRK.
Maar is er dan helemaal nooit onderzoek gedaan?
Jean-Claude Favez is een Zwitserse historicus schreef in 1989 dat het Rode Kruis tijdens de oorlog bezoeken bracht aan concentratiekampen en daar
positieve verslagen over maakte. Zo was Ravensbrück en net kamp en liet de commandant een redelijke en correcte indruk achter. Nu ging
'Un Mission Impossible' van Favez over het Internationale Rode Kruis, dus zou je kunnen zeggen dat een onderzoek naar de Nederlandse tak wellicht
zinvol kan zijn,
De verwachting is echter dat daar geen ander beeld uit naar voren kan komen. Over het ICRK stelt Favex dat er onwil was om het voor de Joden op te nemen, als
reden wordt aangevoerd dat het voor hen niet anders zou hebben afgelopen en dat het ICRK wellicht nog minder in de melk te brokkelen zou hebben gekregen
van de Duitsers. Een houding die ook bespeurd werd bij het NRK en dat veel gelijkenis vertoont met de Joodse Raad.
Jean-Claude Favez denkt hier anders over, uiteraard, achteraf is het makkelijk praten, maar Favex verwijt het ICRK totale blindheid en dat dat niet vergeleken
kan worden met de Joodse Raad en de militaire tak van de geallieerden die eveneens voorstander waren van 'meewerken teneinde levens te sparen'. Met
name verwijst Jean-Claude naar Hongarije waar een half miljoen mensen vermoord werden nadat er bekend was wat er stond te gebeuren, de wereld zweeg,
het ICRK met hen.
En een tweede onderzoek heeft ook al plaatsgevonden
Directeur Cees Breederveld nam kennis van het onderzoek van de Zwitserse professor en stelde dat er naar het NRK ook maar zo'n onderzoek moest plaatsvinden
omdat dat nog niet zou bestaan. En dat is gek omdat Leo van Bergen in 1994 al een proefschrift voor de Erasmus Universiteit van Rotterdam'
(De Zwaargewonden Eerst? Het Nederlandsche Rode Kruis en het vraagstuk van oorlog en vrede 1867 - 1945.) het licht deed zien dat ging over het
NRK in de periode 1867 - 1945. Over de Tweede Wereldoorlog schreef Van Bergen zo'n honderd pagina's. Zijn conclusie was dat het NRK net als het
ICRK geen fraaie rol had gespeeld tijdens de oorlog.
Van Bergen meent dat hij van het NRK volledige medewerking had gekregen en, naar zijn mening, alle archieven in had moeten zien. Van Bergen verbaasde een
hernieuwde studie dan ook. Of heeft Van Bergen dan toch niet alles gezien?
Van Bergen schreef in 2012 een open brief naar het NRK en kreeg als antwoord:
Het Rode Kruis kent de studies naar het functioneren van het Nederlandse Rode Kruis in bezettingstijd. Zoals het rapport van de Pakkettencommissie
uit 1947, de studies van Leo van Bergen en de bevindingen van historici als Presser en L. de Jong. Het is de verdienste van deze onderzoekers dat al
veel bekend is over het (dis)functioneren van de organisatie in betzettingstijd.
Het Rode Kruis is echter van mening dat een brede studie en een boek geheel gewijd aan de periode rond de bezettingstijd van belang is. Niet in het
minst om als organisatie lessen uit het verleden te leren.
Het proefschrift van Leo van Bergen staat her en der online
DOWNLOAD HET EVENTUEEL HIER BIJ MIJ.
Van Bergen komt tot de conclusie dat het NRK op afdelingsniveau collaboreerde met de bezetter, maar dat de vereniging niet als beleid had om alles te doen
wat de Duitse bezetter opdroeg. Hierin verschil ik van mening met Van Bergen omdat de Duitsers een stroman had aangesteld naar wiens pijpen gedanst werd.
Wellicht dat daarom het NRK de opdracht aan het NIOD heeft gegeven de eigen rol nog eens goed onder de loupe te leggen.
Naar mijn mening een goede zaak. Omdat het NRK weinig te verwijten valt in de door mij aangehaalde rattenlijn zal het rapport een welkome aanvulling zijn
op de reeds bestaande onderzoeken. Op de vraag of Joodse nabestaanden het NRK niet tot in de dood de fouten van het ICRK zullen nadragen weet ik het
antwoord al.
Opgeteld bij wat we al weten over de rol van het NRK in de Tweede Wereldoorlog ook niet verwonderlijk en in mijn ogen ook terecht.
Rode Kruis en zusterorganisaties
De Rode Halvemaan is een soortgelijk hulporganisatie als het Rode Kruis die mensen helpt in rampgebieden, ze bestaat sinds 1876. Magen David Adom werd
in 1929 in Tel Aviv opgericht, de Israëlische variant van het Rode Kruis. Tot 2006 werd Magen David Adom niet erkend door het ICRK omdat de
Davidster als symbool werd gebruikt.
Dit lijkt ingegeven door de Islamitische leden van het ICRK want toen Israël in 2006 een rood kristal als symbool ging voeren kon het wel lid worden van
het ICRK.
...wordt vervolgd...