De stem van strijdend Nederland
Dit klinkt ferm, maar was het dat ook? Op 10 mei vielen de Duitsers ons land binnen, vijf dagen later capituleerde ons leger, maar voor die tijd was
de regering en het Koningshuis ons land reeds ontvlucht. Televisie was er nog niet, wat restte was af en toe het volk via de radio toespreken.
Iedere avond zond Radio Oranje uit vanuit Londen, de BBC maakte het voor de Nederlandse regering in ballingschap mogelijkheid om rond negen uur
in de avond een kwartier het woord te richten tot het Nederlandse volk. De toespraken werden vooraf opgenomen. Pas aan het eind van de oorlog
werd er ook om een uur 's middags uitgezonden, wel werden de uitzendingen gedurende de gehele oorlog 's morgens herhaald.
De Koningin vertoefde 1.800 dagen in Londen, op 34 van die dagen richtte zij het woord tot het Nederlandse volk. Dat is later een verwijt geworden
aan haar adres.
Het Verzet sprak zowel tijdens als na de oorlog echter van een enorme steun.
In haar nabijheid waren de navolgende vertrouwelingen:
Loe de Jong
-
Joods journalist, directeur Radio Oranje
Prins Bernhard
-
haar schoonzoon met wie zij het uitstekend kon vinden
Dirk Jan de Geer
-
minister-president sinds augustus 1939
Pieter Gerbrandy
-
minister-president vanaf september 1940
Peter Tazelaar
-
persoonlijk adjudant
Erik Hazelhoff Roelzema
-
persoonlijk adjudant
François van 't Sant
-
vriend en vertrouweling
Loe de Jong kwam enkele dagen later dan de regering en de Koningin op eigen gelegenheid naar Londen, op het eind van de oorlog kreeg
hij het voor elkaar dat het RIOD (het latere NIOD) zou worden opgericht en hij er leiding aan zou geven.
Haar schoonzoon Bernhard had de NBS onder zijn hoede, het rechtse verzet in Nederland, Wilhelmina en Bernhard deelden in feite de lakens uit
in Londen.
In september 1940 werd De Geer door Wilhelmina persoonlijk vervangen door Pieter Gerbrandy, die leidde drie kabinetten tijdens de oorlog
vanuit Londen. Zijn regering werd na de oorlog ontbonden om de weg vrij te maken voor nieuwe verkiezingen. Beide premiers hadden het regelmatig
aan de stok met de Koningin. Er was geen parlementaire controle, daardoor had de Koningin veel meer macht dan voor en na de oorlog.
Twee Engelandvaarders, Erik en Peter, benoemde zij tot haar adjudanten, de film 'Soldaat van Oranje' is gebaseerd op hun leven en de rol
die zij speelden in de oorlog, zowel in Nederland als in Londen.
François van 't Sant was haar grootste vertrouweling, hij haalde voor haar en Bernhard de hete kastanjes uit het vuur. Van 't Sant was
oud Hoofdcommissaris van Politie en Hoofd van de Inlichtingendienst, een functie die hij gedwongen moest neerleggen.
In Londen waren ook de Belgische, Luxemburgse, Noorse en Poolse regering in ballingschap aanwezig waarmee Bernhard en Wilhelmina nauw
contact hield. Winston Churchill en Charles de Gaulle bezochten de Koningin meermaals in Londen. Churchill zou over Koningin Wilhelmina hebben
opgemerkt: "Zij is de enige man in het Nederlandse kabinet".
Staatsgreep
Van 't Sant, Gerbrandy en Hazelhoff Roelzema zouden na de oorlog een staatsgreep hebben beraamd die uiteindelijk mislukte doordat de
plannen uitlekten. Wilhelmina was op voorhand ingelicht door Van 't Sant. Wie uiteindelijk de boel aanhangig maakte bij de inlichtendiensten is
nooit bekend geworden.
...lees meer over de geplande staatsgreep...
Terug naar Radio oranje
Waarom ik begon met de vertrouwelingen van de Koningin is om aan te geven dat de Koningin veel macht had, maar echt veel aandacht voor
het volk had zij niet, weliswaar probeerde zij samen met Bernhard via de Binnenlandse Strijdkrachten het verzet tegen de Duitsers in Nederland
vorm te geven, maar in werkelijkheid waren het de Communisten die beter georganiseerd waren.
Van het linkse verzet moest Bernhard niets weten.
Het duurde tot 28 juli 1940 alvorens de eerste uitzending van radio Oranje een feit was. In Londen was het dan 19.00 uur, in Nederland
21.00 uur, de Duitsers hadden immers de zomertijd en de Berlijnse tijd ingevoerd. Het luisteren naar Engelse zenders was nadrukkelijk verboden door
de Duitsers die ook alles in het werk stelden om de uitzendingen te verstoren. Daarop probeerden de technici van de BBC juist weer om daar
doorheen te breken.
Er moest dus in het geheim naar de zender worden geluisterd, de Duitsers wisten dat dat gebeurde dus besloten ze op 1 mei 1941 dat
Joden hun radio's moesten inleveren. Twee jaar later, op 13 mei 1943, moest iedereen zijn radio afgeven aan de Duitsers. Er werden netjes
ontvangstbewijzen verstrekt, alleen bleken die later niets waard, alle toestellen waren naar Duitsland verscheept.
Velen hielden hun toestellen, ze verborgen ze zodat de Duitsers ze bij een controle niet zouden vinden, naar schatting een kwart van alle
radio's werd niet ingeleverd. Loe de Jong schreef na de oorlog: "de weinigen die nog een radiotoestel bezaten...', dit klopt dus niet.
Overigens luisterden veel minder Nederlanders naar de zender dan kort na de oorlog werd aangenomen. De Nederlandse
radio was sinds januari 1941 pro-Duits, toch luisterden velen ernaar.
De Duitsers zonden vrolijke muziek uit en verstopten veel propaganda in de uitzendingen. Achteraf lijkt het erop dat Nederlanders met name
afleiding zochten, in plaats van de zwaarmoedige berichten vanuit Londen. De vraag mag ook best wel eens hardop gesteld worden of Radio Oranje
wel nut heeft gehad.
Codeberichten
Tijdens de uitzendingen werden er berichten voor het verzet verzonden, deze gecodeerde berichten hebben levens gespaard, alleen daarom al
mag je spreken van een succes, iedere vorm van verzet tegen de bezetter is wenselijk.
Niets over...
Dat Wilhelmina zich slechts één keer over de Joden in Nederland heeft uitgelaten zegt veel over de betrokkenheid, anderen
zeggen dat Wilhemina niet geweten heeft wat er zich afspeelde in de Duitse vernietigingskampen. Achteraf praten is makkelijk, maar het 'blijf
af van onze Joden', staat voornamelijk in onze herinnering omdat het de enige harde uitspraak was vanuit Londen over de deportaties.
Loe de Jong liet zich ook uit over de persvrijheid, gold die wel voor Radio Oranje? Waarschijnlijk niet, er werd al nimmer gesproken over de
Joden, maar De Jong kwam er ook achter dat er een teneur hing van 'geen prikkeling der Duitsers zodat ze zich in hun prestige aangetast
voelden'.
Verder noemde De Jong de berichtgeving van Radio Oranje vaak 'achter de feiten aan lopend en soms zelfs onjuist', dat was wel zo eerlijk van
hem temeer hijzelf lang verantwoordelijk is geweest voor de zender.
Over de Februaristaking van 1941 heeft Radio Oranje niets gemeld. Of dit was om geen olie op het vuur te gooien, het niet wist of omdat men
het het noemen niet waard vond is niet bekend. Vanuit Nederland is er meer dan eens kritiek geuit op Radio Oranje, met name in de illegale
pers vroeg men zich af of men in Londen wel enig idee had wat er in bezet gebied gebeurde. Loe de Jong zei daarover dat pas na maanden
dergelijke berichten Londen bereikten, maar dat toen de situatie meestal alweer drastisch veranderd was.
Een goed voorbeeld is een razzia op 14 juli waarover Gerbrandy op 25 juli niet repte, simpelweg omdat hij niet wist wat er gebeurd was.
De uitzendingen van Radio oranje vanuit Londen werden op 31 augustus 1945 stopgezet.
Relevant boek van Onno Sinke
Onno Sinke is historicus en promoveerde in 2009 op de geschiedenis van Radio Oranje. Zijn conclusie is dat Radio Oranje weinig invloed had.
Het station is aldus Sinke, nimmer een bepalende factor geweest.
Het beeld 'het verzet werd overgewaardeerd en de bezetting te gebagatelliseerd' komt in dit boek ook naar voren.