Het pleintje van Carré
Steeds vaker krijg ik verzoeken om meer informatie dan wat er op mijn site staat, alleen met betrekking tot Anne Frank beschik
ik over unieke informatie, maar dat ligt soms zo gevoelig dat ik daar zeer omzichtig mee om moet gaan, op mijn andere site
VERRAAD ANNE FRANK lees je daar meer over.
Wat op De Dokwerker staat is eigenlijk 99,9% van wat ik aan informatie te delen heb.
Op het Internet kun je veel vinden, echter, het Internet dateert wel van ver na de oorlog dus alles wat daar staat is al eens door de
handen van anderen gegaan, als zich daar iets opmerkelijks onder zou bevinden dat tot de categorie 'wereldnieuws' behoort had
je er al lang iets over gehoord. Ik spit alleen het dossier 'het Verraad van Anne Frank en de zeven andere onderduikers aan de
Prinsengracht 263' tot op de bodem uit.
Scholieren, studenten, omroepen (uit binnen- en buitenland), nabestaanden en overlevenden, ik heb met allen contact, meerdere
keren per week bereiken mij vragen. Helaas, wat ik weet staat dus al op de site en tijd om onderzoek voor je te doen heb ik niet.
Onbekendegracht
Myrthe schrijft een boek, een roman, die gaat over een man die als kind een deel van de Tweede Wereldoorlog woonde aan de
Onbekendegracht, aan het pleintje naast Carré. Ook zij had veel aan mijn site maar mist nog net wat details, dat vatte
zei als volgt samen:
"Ondanks dat dat stukje maar een heel klein deel van het boek uitmaakt en het geheel natuurlijk fictie is, wil ik het wel
zo realistisch mogelijk maken. Daarbij vroeg ik me af of je misschien meer wist over de specifieke situatie aan de
Onbekendegracht. Ik ben vooral benieuwd naar de status ervan in die periode: ik weet dat er veel Joden woonden en van
daaruit afgevoerd zijn, maar klopt het dat er ook Nederlanders woonden en dat het dus geen echt getto was?
Aangezien het Carré het pleintje nodig had voor haar voorstellingen lijkt het me ook logisch dat eventuele
versperringen/Judenvierteil-borden dieper in de wijk stonden, maar ik kan daar nergens een kaart of overzicht van vinden."
Natuurlijk woonden Joden en niet-Joden door elkaar, ook in het hart van de Jodenwijken. Dat blijkt ook als je onderzoek doet
naar een straat en wat er gebeurd is in de oorlog. Als voorbeeld haal ik Rapenburg aan, een straat waar van alles woonde en
zich aan de rand van de Jodenhoek bevond, Het huis aan nummer 22 werd, nadat de bewoners door de Duitsers waren
vermoord, door de buren leeggeroofd en het hout uit de plafonds, vloeren en sponningen gehaald om als brandhout te dienen.
Het duurde tot tientallen jaren na de oorlog voordat dit vervallen pand werd gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Ik
kan het weten want ik was de eerste bewoner van het nieuw gebouwde pand.
De grachtengordel wordt gedomineerd door de Prinsen-, Keizers- en Herengracht, voorbij de Amstel worden deze doorgetrokken in
de Nieuwe Prinsengracht, Nieuwe Keizersgracht en Nieuwe Herengracht. De (oude) Achtergracht is een kleine en vrij onbekende
gracht, het verlengde daarvan over de Amstel is juist een lange gracht, de Nieuwe Achtergracht dus, deze wordt door de
Onbekendegracht verbonden met de Nieuwe Prinsengracht. Deze bijzondere buurt ligt recht achter Theater Carré.
Myrthe roert dus wel wat aan, maakt iets los, ook bij mij, want wat speelde zich daar eigenlijk in de oorlog af? Het lijkt zo'n
weggestopt stukje Amsterdam, maar klopt het dat Carré zich hier meer kon permitteren dan je zou verwachten en wat
deed het theater op het pleintje?
Tijd dus om eerst maar eens ter plaatse poolshoogte te nemen. Op naar de Lepelstraat en de Onbekendegracht!
Onbekendegracht 6, september 1943, Jopie Rood
De anti-Joodse maatregelen die de Duitsers hebben afgekondigd slaan diepe wonden in de Amsterdamse samenleving. Was het
plaatsen van een bord 'voor Joden verboden' in 1941 nog aanleiding om te staken, drie jaar later is het 'Jodenprobleem' bijna
opgelost. De nazi's trekken samen met hun Nederlandse handlangers de wijken in en sleuren de Joden midden in de nacht uit
hun huizen, de kinderen huilen maar worden door hun moeders tot kalmte gemaand, nog altijd geloofd de Joodse gemeenschap
niet dat er mensen bestaan die zo slecht zijn als de geluiden uit het oosten willen doen geloven.
En toch...ook buiten het gezichtsveld van de Amsterdamse bevolking, aan de rand van de Joodse wijk, houden de Duitsers
flink huis.
Jopie 'Jo' Rood woonde aan de Onbekendegracht op nummer 6 (foto: Frits Rotgans)
...en dan stopt het, er is niets meer te vinden over Jopie. Hieronder een foto van het huis zoals het er nu bij staat, zoveel is er niet veranderd. De
zoektocht gaat verder.
Meer slachtoffers op nummer 6
Op 20 maart 1886 wordt Abraham van de Kar geboren, te Amsterdam, ook hij blijkt aan de Onbekendegracht 6 te hebben
gewoond, op de eerste verdieping. Abraham trouwde met Grietje, samen kregen zij een zoon en een dochter.
Volgens mijn informatie overleefden beide kinderen de oorlog en woonden zij later in de Rivierenbuurt, hun ouders werden door
de Duitsers opgepakt en op 23 april 1943 in Sobibor vermoord. Jopie Rood zou in september uit zijn huis aan de
Onbekendegracht 6 zijn gehaald.
Nummer 1, 3 en 5 aan de Onbekendegracht
Het echtpaar Hammelburg werd met vijf van hun zeven kinderen opgepakt bij een razzia op 25 mei 1943, zij woonden op de
tweede verdieping van nummer 1.
Nardus en Esther Hamburg woonden op nummer 3, 1 hoog, beiden werden gedeporteerd naar Auschwitz, daar stierf Nardus
op 3 september, zijn vrouw tien weken later. Hun bovenbuurman, Izak Vredenburg, was 38 jaar toen hij op 23 juli 1943 door
de Duitsers in Sobibor vermoord werd. Ook zijn vrouw, dochter en vier zoons verloren rond deze tijd hun leven. Onderin
woonde de familie Kijl, ook zij stierven deels in Sobibor, deels in Auschwitz.
Op nummer 5, drie hoog, woonden Fajga Sura Fogelgarn en Jankiel Oszlak, zij waren uit Polen gevlucht en dachten hun
leven hier zekerder te zijn, ze kwamen bedrogen uit. Jankiel sierf op 19 september 1942 in Auschwitz, Fajga in
Westerbork op 27 januari 1943.
Onbekendegracht 1, 3 en 5
Deze in 1906 gebouwde en door A.J. Tymensen ontworpen panden werden in 2006 monumenten
Weetje
Claude Monet schilderde in 1871 "Le Moulin de l'Onbekendegracht, Amsterdam", 'Moulin' betekent molen in het Frans, deze
stond in de zeventiende eeuw tussen de Amstel en de Onbekendegracht. Toen Carré werd gebouwd moest de molen
wijken. Monets schilderij is te zien in the Museum of Fine Arts in Houston (VS.)
Op de plek van de molen herrees in 1993 onderstaand gebouw dat deels in het water staat. Het biedt onder andere ruimte
aan kleedkamers, kantoren en een toneelhuis. De molen werd door Monet geschilderd maar hij wist niet hoe hij de gracht
moest noemen dus werd dat 'de Onbekendegracht'.
Carré
Tijdens de bezettingsjaren zat ook Theater Carré in een spagaat, tegen de bezetter ingaan betekende de deuren
sluiten, volledig meewerken was het andere uiterste.
In 1942 en 1943 werden de gevolgen van de bezetting goed merkbaar, Carré besloot dat, ondanks alle nodige
beperkingen, het amusement door moest gaan, al was het maar om in deze barre tijden nog enige verlichting te geven. De
andere kant van de medaille was dat de directie van het theater ook vaak ruimten verhuurden aan Duitsers en Joods personeel
ontsloeg. In 1944 braken zeer barre tijden aan voor Carré, de mensen hadden nauwelijks nog geld, veel was op de
bon en Joden waren massaal opgepakt en op transport gesteld.
Toen elektriciteit op de bon ging kon het theater de kachel niet meer brandende houden, de bezoekersaantallen liepen
drastisch terug. Bovendien viel de bezetter geregeld het pand binnen, op zoek naar ondergedoken Joden. Toen de
hongerwinter zijn intrede deed sloot Carré de deuren. Direct na de aftocht van de Duitsers gingen die weer open.
Meer over Carré lees je
HIER.
Je kunt niet stellen dat de directie van het theater goed of fout heeft gehandeld tijdens de bezetting, de Kultuurkammer werd
ingesteld, veel artiesten sloten zich daar bij aan om geld te kunnen verdienen. Maar ook om vertier te brengen, er werd met
smacht gewacht op nieuwe voorstellingen om het verdriet weg te lachen.
Pas in 1944, toen het zuiden al bevrijd was en de geallieerden maar niet konden doorstoten, brak voor veel Amsterdammers
de barste tijd aan, de hongerwinter was een feit. Maar niet vergeten mag worden dat op dat moment al zo'n 100.000 Joden
waren weggevoerd en veelal om het leven waren gekomen in een nazi-kamp.
Lepelstraat
Dit kleine straatje staat loodrecht op de Onbekendegracht, op nummer 88 woonde de familie Caransa tijdens de oorlog. Maup
had twee broers en een zuster; Femma, Joël, Jacob en Abraham, alleen Maup en Femma overleefden de oorlog. Zijn
ouders en broers werden door de Duitsers uit huis gehaald en vermoord.
Veel Joodse gezinnen uit de Lepelstraat werden op transport gesteld.