Beladen is nog te klein voor wat hier gebeurd is
De Nieuwe Kerkstraat is het verlengde van de Kerkstraat, die eindigt bij de Magere Brug, daar eenmaal overheen gelopen of gefietst
(met de auto mag al jaren niet meer) ga je de Nieuwe Kerkstraat in die al voor de oorlog de Jodenkerkstraat werd genoemd vanwege
de vele Amsterdammers met een Joodse achtergrond.
De Nieuwe Kerkstraat stamt uit het midden van de zeventiende eeuw en loopt evenwijdig aan de Nieuwe Prinsen- en de Nieuwe
Keizersgracht en wordt halverwege onderbroken door de Weesperstraat.
De Nieuwe Kerkstraat eindigt bij de Lau Mazirelbrug over de Plantage Muidergracht, waar de Nieuwe Keizersgracht en Nieuwe
Prinsengracht elkaar ontmoeten en de straat na de brug verder gaat als de Plantage Kerklaan.
In de Nieuwe Kerkstraat herinnert veel ons aan de oude Jodenbuurt, maar de verhalen achter de voordeuren zijn niet
vrolijk. Ik nam er een kijkje en fotografeerde plekken die een geschiedenis hebben met de oorlog.
Nieuwe Kerkstraat 4
E. Cohen had op dit adres in het begin van de vorige eeuw zijn vleeschhouwerij.
Nieuwe Kerkstraat 10-14
In 1913 betrok de Vereniging Neir Mitswoh Wetouro Our op dit adres een nieuwe sjoel.
Nieuwe Kerkstraat 16
Hier stond was het Fernandes Nuneshuis, een hofje voor Portugees-Joodse vrouwen. De tekst in de gevelsteen betekent
dat het belangrijk is om aan liefdadigheid te doen.
Fernandes Nunes bepaalde in zijn testament dat zijn geld naar een stichting ging om arme vrouwen op te vangen. De Duitsers
haalden in 1943 alle toenmalige bewoners eruit en stelde ze op transport, het huis werd volledig geplunderd. Geen van de
vrouwen keerde terug.
Nieuwe Kerkstraat 23
Stolpersteine voor Zacharias Brandeis en Saartje Brandeis-Tierlier.
Nieuwe Kerkstraat 26
Voorheen zat hier de synagoge van de Vereniging Neir Mitswoh Wetouro Our. In 1913 verhuisde de sjoel naar nummer
10-14.
Nieuwe Kerkstraat 126
Vanaf december 1941 zat hier de afdeling 'Sociale Zaken' van de gemeente Amsterdam. Doel was om vooral de hier in de buurt
veelal zeer arme Joodse bewoners te ondersteunen. De leiding was echter anti-Joods, het feitelijke doel was om rijkere Amsterdamse
Joden op te laten draaien voor 'hun' armere soortgenoten, zoals Burgemeester Edward Voûte het voor ogen had.
Nieuwe Kerkstraat 141
Hier was tot 1920 de Portugees Israëlitische Godsdienstschool gevestigd. De Duitsers bepaalden in oktober
1941 dat er les gegeven moest worden aan alleen Joodse kinderen. In de zomer van 1943 werd de school weer
gesloten, veel kinderen waren weggevoerd naar de kampen of zaten ondergedoken.
Loodgietersbedrijf C. J. Ockeloen is er thans in gevestigd, de schilderingen van kinderen op de muren zijn grotendeels
nog te zien.
Nieuwe Kerkstraat 147
Tot 1943 zat hier de zogenoemde Matrozensjoel.
Nieuwe Kerkstraat 149
Rond 1880 kwam er een grote trek van veel Oost-Europese Joden op gang naar Amsterdam. De sjoel uit 1889
wordt vanwege zijn bezoekers de Russische Sjoel genoemd.
Nieuwe Kerkstraat 159
Schrijver Jan de Hartog zat in Evangelisch-Luthers verpleeghuis 'Huize Wittenberg' totdat hij in 1943 naar Engeland vluchtte.
Zijn roman 'Hollands Glorie' over de scheepvaart verscheen in 1940, het ging over de misstanden binnen de beroepsvaart.
Hoewel het boek niet over de Duitsers ging werd het veel gekocht en plaatsten winkels het in de etalages om de Duitsers
te sarren die daarop het boek in 1942 verboden.
Jan de Hartog weigerde lid te worden van de Kultuurkammer. In 1977 werd het boek verfilmd. Jan had gewerkt bij
Wijsmuller in IJmuiden en verloor zijn baan toen het schip waarop hij werkte door de Duitsers in beslag werd genomen.
In 2002 overleed Jan.
De Nieuwe Kerkstraat, de oorlog maakte een einde aan haar eeuwenoude joodse identiteit: de
Jodenkerkstraat, Portugese Kerkstraat en de Sjoelstraat zijn voorgoed verdwenen.
Franz Anton Stapf
Tot twee jaar geleden was Stapf min of meer een held, hij was fotograaf tijdens de oorlog, Duitser van origine, maar Joods en
werd daarom alom vertrouwd.
Op het memorial in de Hollandschse Schouwburg in Amsterdam staan familienamen van Joodse families die slachtoffers
te betreuren hadden aan de holocaust, de naam 'Stapf' komt er ook op voor.
Franz werd in 1911 geboren en werkte sinds 1935 als fotograaf in Amsterdam, iedereen wist niet beter dan dat hij Joods was en
Duitsland had ontvlucht. Franz was echter niet Joods, hij ging eind 1941 vrijwillig vechten aan het Oostfront en was een regelrechte
nazi. Veel anti-semitische pamfletten uit het begin van de oorlog waren van zijn hand.
Na de rellen rond de Feburaristaking waren er ook regelmatig opstandjes in de overwegend Joodse Nieuwe Kerkstraat, als de WA
zich er deed gelden verscheen ook Franz Stapf, in uniform én met camera.
De historici René Kok en Erik Somers deden onderzoek naar, onder andere, Franz Stapf, en ontdekten dat noch hij,
noch zijn vrouw, twee kinderen en een van zijn zustersJoodse oorlogsslachtoffers waren, terwijl dat wel altijd is aangenomen.
De familienaam Zapf is door de Hollandsche Schouwburg van het namenmonument verwijderd.
Franz Zapf is in 1977 in zijn woonplaats (tevens zijn geboorteplaats) Frankfurt am Main overleden. De duizenden foto's
die hij maakte zijn door een Canadees meegenomen, maar in de jaren tachtig aan het NIOD gegeven.