Die rotmoffen!
Ik hoor het mijn oma nog zeggen: "die rotmoffen ook altijd", als er een auto verkeerd geparkeerd stond, als ze Duits hoorde of bijna in een
diepe kuil viel als onze familie op Zandvoort was.
De Duitsers hadden het altijd gedaan.
Zelf ben ik van ver na de oorlog en koester geen wrok tegen de huidige generatie Duitsers, de meesten hadden, net als u en ik, de klok
maar wat graag teruggedraaid. Toch hebben we het misschien allemaal wel eens, dat we schelden op een Duitser en dan gemakshalve
het woordje 'mof' er maar bij halen, het bekt ook zo lekker en iedere Duitser weet waar je het over hebt.
Van de week zag ik een winkel die 'De Mof' heette en ook nog eens hofleverancier is, toen vroeg ik mij af waar het scheldwoord eigenlijk
vandaan komt. Uiteraard ken ik het koppelstuk tussen twee pijpen en de 'handschoen voor twee handen', zie hier rechts, maar zo
eenvoudig ligt het niet.
In het Duits bestaat het woord 'Muff', het staat voor een sjagrijnige Duitser, een beetje een saaie piet. Het noorden van Duitsland wordt al
eeuwen 'Muffrika' genoemd, daar zou het afkomstig van kunnen zijn.
Muffen betekent 'stinken', het komt uit het Fries en zou verbasterd zijn tot 'mof' voor seizoenswerkers uit Duitsland die vaak nogal
stonken.
Muffen wordt door Duitsers ook wel gebruikt voor het luid blaffen door honden, Nederlanders zouden dit hebben overgenomen omdat
Duitsers altijd een grote bek hadden.
De Dikke van Dale
Voor het woord 'muf' geeft woordenboek Van Dale twee verklaringen, onaangenaam ruikend door bijvoorbeeld vocht en
vervelend, saai. Voor 'mof' komen we bij de grote handschoen voor twee handen uit en 'scheldwoord voor Duitsers'.
Koningin Wilhelmina gebruikte het woord ook enkele malen als zij het volk vanuit Londen toesprak. Dat het woord te maken
zou hebben met het woord pop en/ of poep vind ik nog verder gezocht, een verband met Duitsers zie ik niet, het woord
'mof' is volgens mij afgeleid van Muffrika, het Noord-Duitse deel bij onze oostenburen.
In en na de oorlog stond het woord nergens meer vermeld, uit angst voor de bezetter, pas in de vijftiger jaren verscheen 'mof' weer
in de woordenboeken.