Matzes
Definitie, inhoud en bereiding
Een matze (of matse) is plat 'brood der ellende'. Het bestaat uit water en meel, dat kan afkomstig van
tarwe, gerst, spelt, rogge, haver of een mengsel daarvan zijn.
Het mag niet rijzen! Dat leert de Joodse traditie.
Je kunt bijvoorbeeld harde tarwebloem of gerstemeel gebruiken met bronwater. Je neemt
één deel water op twee delen meel. Daar maak je een deeg van, slaat het plat en
prik er wat gaatjes in.
Vervolgens leg je ze in een voorverwarmde oven (240 graden), na tien minuten zijn ze goudbruin en haal
je ze uit de oven, ze worden door het afkoelen vanzelf hard.
Matzes bevatten géén zout, suiker, conserveermiddelen, kleurstoffen of smaakstoffen.
Eigenlijk zit er dus niets in.
Kan het nog eenvoudiger?
Hollandia is een familiebedrijf dat in de binnenstad van Enschede een fabriek heeft staan waar al
sinds 1933 matzes worden gemaakt. Omdat Hollandia aan veel Joodse instellingen levert moeten de matzes
voldoen aan de Joodse spijswetten.
Het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) is de overkoepelende organisatie van
Joodse Gemeenten in Nederland en ziet er op toe dat de matzes kosjer worden bereid.
Koosjer (ook wel kosjer)
Eten dient volgens de Joodse traditie koosjer te zijn, dat geldt zeker tijdens de Pesach (Pasen),
het is het geheel aan spijswetten dat bepaalt of voedsel wel of niet door Joden gegeten mag
worden. Voedsel dat aan deze spijswetten voldoet, wordt kosjer genoemd.
Weetje
In Amsterdam (maar ook ver daarbuiten) wordt alles wat goed is, zeg maar te vertrouwen is, ook wel
aangeduid als kosjer maar dat heeft uiteraard niets met de spijswetten te maken. Het is een extra
benadrukking dat iets of iemand te vertrouwen is. Dat kan over een zaak, een mens of voedsel gaan.
Geschiedenis
De bedoeling van het eten van matzes rond Pasen is om de bevrijding door God te gedenken. Misschien
ken je het album en de song 'Exodus' van Bob Marley wel. Dat gaat over de uittocht uit Egypte van de
slaven.
Laten we voorop stellen dat zowel de negers uit Afrika als de Joden uit Israël geloven in het
verhaal dat ze als slaven werden gehouden door Egyptische Farao's. Dat er geen archeologische
bewijzen zijn maar slechts boeken doet niets af aan de oorspronkelijkheid.
Exodus betekent uittocht en is een bijbels boek waarin beschreven wordt hoe Mozes de slaven komt
bevrijden en Egypte straft. Mozes trekt naar het door God gegeven land: Israël. Omdat ook andere
volkeren, gesteund door boeken, rechten doen gelden op hetzelfde land is Israël vandaag de dag
een verdeeld land.
Dat beloofde land heette overigens destijds Kanaãn, Israel heeft de landsgrenzen bepaalt
op basis van dit land. Het huidige Israël plus de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever
de Golanhoogten, en delen van Syrië en Jordanië.
Wat niet echt meehelpt is dat eigenlijk niemand met zekerheid kan stellen wanneer de uittocht heeft
plaatsgevonden. Noch de vroege datering (ca. 1445 v. C.) noch de late datering (ca. 1260 v. C.) worden
gestaafd door een grote meerderheid aan geschiedkundigen. Dat is ook lastig als er geen spoor fysiek
bewijs voor handen is.
De uittocht uit Egypte wordt in het jodendom elk jaar feestelijk herdacht met het feest van
Pesach dat in het voorjaar valt.
Deze bevrijding moet op een Joods traditionele wijze gevierd worden. Daar hoort bij dat de matzes
kosjer voor Pesach zijn; kosjer voor Pasen. Kosjer met Pasen heeft een zwaardere lading dan door
het jaar heen. In het bijbelboek Exodus staat beschreven dat voor het vertrek uit Egypte snel
wat brood zonder gist gebakken moest worden.
Zowel de bereidingstijd en -wijze van de matzes als ook het huis van Joden moet 'kosjer voor Pasen'
zijn. Onderdeel daarvan is dat men ook geen gist of producten waar gist in zit mag bezitten. Daarvoor
wordt voor Pasen het gehele huis gereinigd en ontdaan van alles wat gerezen is, toast en beschuit
bijvoorbeeld.
Matzes worden veel gegeten met boter en suiker of jam. Rond Pasen zie je in winkels de matzes volop in
de schappen staan omdat ook veel katholieken matzes eten rond Pasen.
Het brood der ellende staat dus voor het lijden dat slaven hadden in Egypte.
Matzes en de link met Amsterdam
Natuurlijk, Amsterdam is een Jodenstad, we kunnen het mooier maken dan het is maar er woonden en wonen
nu eenmaal veel Joden in Mokum (Joods voor stad, wat wil je nog meer.)
Aan de Valkenburgerstraat ligt het terrein Brood en IJzer, zo genoemd vanwege de ijzeropslag en de
broodfabriek van de familie De Haan die hier sinds 1830 was gevestigd. In 2001 zijn delen van de
bebouwing voor nieuwbouw gesloopt. De gevelsteen die in Valkenburgerstraat 186 zat van de matsebakkerij
De Haan kon gered worden en teruggeplaatst in de later herrezen nieuwbouw om de herinnering
aan Joods Amsterdams levend houden.