Misschien wel de eerste die door had wat de Duitsers van plan waren
De door Meijer opgerichte Joodse Coördinatie Commissie wordt door vele als voorloper van de Joodse Raad gezien, ik ben een andere
mening toegdaan.
De Joodse Raad werd op bevel van de Duitsers opgericht, de Joodse Coördinatie Commissie werd door de Duitsers verboden. Meijer was voorman
van de JCC omdat hij voor de belangen van de Joden wilde opkomen, de JR van Abraham Asscher en David Cohen was een werktuig van de nazi's.
Cohen was lid van de JCC, maar koos ervoor mede leiding te gaan geven aan een nieuwe organisatie. Voorzitter Visser was vanaf 1939 president van
de Hoge Raad der Nederlanden, na zes jaar vide-president te zijn geweest.
Op 21 november 1940 mocht de Jood Visser zijn functie niet langer uitoefenen en werd ontslagen. Zijn collega's tekenden zonder morren de
niet-Ariërverklaring en steunden Visser niet, die als Jood uiteraard niet
kon tekenen. Ook Cohen en Asscher lieten Visser vallen als
een baksteen en namen de 'opdracht' van de Duitsers graag aan. Visser weigerde in het bestuur zitting te nemen omdat hij de belangen van de
Joden wilde behartigen bij politie, justitie en regering, de JR deed rechtstreeks zaken met de bezetter,
De JCC heeft negen maanden bestaan, in de tweede maand na de oprichting werd de JR opgericht, ruim een half jaar later werd de JCC verboden.
Op 27 oktober 1941 eiste de bezetter ontbinding van de Commissie. Dit moet zijn besloten na een een-tweetje tussen Asscher en Cohen enerzijds
en de Duitsers anderzijds, want Cohen liet openlijk weten dat er geen plaats meer was voor de JCC en dat de JR Amsterdam voortaan de belangen van
alle Nederandse Joden zou behartigen.
De directe aanleiding tot de ontbinding van de JCC was dat de Nederlandse Unie (
link)
van Visser eiste dat hij zijn volgelingen zou oproepen niet langer actief te zijn in de Unie, Visser weigerde. Ook David Cohen probeerde Mr. Visser
de mond te snoeren namens de Duitsers, die voegde het dreigement bij dat Visser anders naar een concentratiekamp zou worden gestuurd. Visser
bleef echter opkomen voor de belangen van de Joden in Nederland, wat hem dus al snel fataal zou worden.
Op 14 februari 1942 sprak hij met Cohen, op 17 februari overleed Lodewijk aan de gevolgen van een hersenbloeding. Zijn vrouw Cornelia
Johanna Sara Visser-Wertheim werd naar Westerbork gestuurd en overleed daar op 20 maart 1944, hun dochter Matilde, overleefde de oorlog omdat zij
via Zwitserland Italïe had weten te bereiken.
Hun zoon Ernst was actief voor de illegale krant Het Parool, toen hij in de zomer van juli 1942 door de Duitsers voor controle werd aangehouden
en geen Jodenster bleek te dragen werd hij gearresteerd en naar Mauthausen getransporteerd. Daar is hij op 2 september 1942 vermoord.
Zijn stoffelijk overschot is nimmer teruggevonden, zijn ouders liggen naast elkaar op de Joodse begraafplaats te Overveen, op de steen van zijn moeder
staat een stukje tekst ter herinering aan Ernst. De Duitsers stalen geld, juwelen en effecten van de familie Visser.
Mr. Visser is 70 jaar geworden. Het Mr. Visserplein in Amsterdam werd in 1968 naar hem vernoemd.