Was is roofkunst?
Ik heb mij verdiept in een schilderij dat bestempeld werd als roofkunst, oftewel, een kunstvoorwerp kwam tijdens de oorlog in
handen van de Duitsers door het voor een luttel bedrag te kopen van de eigenaren.
Vaak ook werden de bewoners uit hun huis gehaald en kwam er iemand namens de Duitsers het huis leeghalen. Zo
iemand was Abraham Puls (
link), hij hield wat zelf, gaf wat aan de
Duitsers en verkocht soms wat gelijk door.
Dit is wat ik versta onder roofkunst, maar er kan meer onder roofkunst vallen, bleek mij later.
Eerst wat vooraf. Stel, je zit krap bij kas, maar je hebt wel een schilderij aan de wand hangen. Is het dan niet
logisch dat je dat schilderij verkoopt?
Wel hè?
Dus breng je het doek naar een kenner die het taxeert, vervolgens besluit je het doek te laten veilen, het brengt
bijna het dubbele op van wat het ooit heeft gekost.
En hier start een bizar verhaal
Sinds 1940 hing 81 jaar lang een schilderij (Beeld met huizen) van Wassily Kandinsky in het Stedelijk Museum te Amsterdam. In 2022
besloot de gemeente dat het schilderij door roof in andere handen terecht was gekomen en moest worden teruggegeven aan vijf
rechthebbenden.
Maar de vraag is vandaag de dag nog altijd, waren degenen die het schilderij terugkregen wel rechthebbenden? Was
er sprake van roof of gedwongen verkoop? Overigens verkochten de vijf het schilderij al voordat ze het in ontvangst namen,
het ging voor ruim 60 miljoen Euro direct naar een nieuwe eigenaar die niet bekend is gemaakt.
De eerste eigenaar in de familie Lewenstein van het schilderij was Emanuel, hij kocht op 9 oktober 1940 het schilderij
'Bild mit Häusern' voor 100 gulden. De Gemeente Amsterdam heeft het in oktober 1940 voor 177 gulden aangekocht. De
waarde op dat moment wordt nu op 500 tot 5.000 gulden geschat.
Vijf erfgenamen claimden het schilderij omdat het in 1940 onder druk van de omstandigheden zou zijn verkocht.
Allereerst de hoofdrolspelers
Vader Lewenstein, zijn vrouw en drie kinderen
Emanuel Lewenstein werd geboren in 1870 en overleed in 1930, hij trouwde met Hedwig die in 1937 overleed. Zij kregen drie kinderen,
Robert (1905 - 1974), Wilhelmine (1912 - 2007) en Helena (1903 - 1907.)
Zoon Robert, degene die het schilderij in bezit had
Robert Lewenstein trouwde en scheidde van Henriëtte kinderloos waarna hij op 11 oktober 1933 met de Duitse
Irma Klein (1902 - 1983) trouwde.
Ook dit huwelijk bleef kinderloos, een scheiding werd op 20 maart 1944 door de rechtbank bekrachtigd, het stel was toen al vijf jaar
uit elkaar.
Irma Klein, de tweede vrouw van Robert
Irma was evenals Robert Joods en woonde gedurende de gehele oorlog in Amsterdam, zij zou verklaard hebben dat ze
de eerste twee jaar geen gevaar liep, later werd zij meermaals door de politie opgepakt, maar nimmer op transport gesteld.
Irma overleed in 1983.
Bram Stoker, pleegzoon van Irma
Irma nam Bram Stoker (1924) in huis en beschouwde hem als haar (pleeg-) zoon, Bram trouwde met Elsa Guidotti
(1932 - 2021) die samen een zoon (Arno) en twee dochters (Renata en Ingeborg) kregen. Doordat Irma Bram Stoker en na zijn
overlijden Elsa als erfgenaam had benoemd gingen de rechten van Irma over op de drie kinderen van Irma. Zij kregen
ieder acht miljoen uit de verkoop van het schilderij.
Shirley Goodman, de derde vrouw van Robert
Robert trouwde voor een derde maal, zij kregen twee kinderen, Francesca (1949) en Robert (1951), zij
kregen ieder eveneens acht miljoen Euro na de verkoop van het schilderij. Robert overleed in 1974 en Shirley in 2014.
Overigen
De erfgenamen lieten zich juridisch bijstaan door James Palmer die een bedrijf (Mondex Corporation) runt dat zich
specialiseert in het terugverkrijgen van roofkunst. Daarbij gaat het alleen om dure kunstwerken, hij staat de erfgenamen
gratis bij, alleen verlangt hij wel een percentage (33%) van de opbrengst van het kunstwerk.
Je kunt dus alleen bij hem aankloppen als het om een kostbaar kunstwerk gaat en je vooraf akkoord gaat met verkoop als het kunstwerk
wordt gerestitueerd. In veel gevallen benaderd het bedrijf mensen die geen idee hebben dat zij mogelijk rechten hebben op teruggave
van een kunstwerk.
Mondex bestaat 25 jaar en heeft in 97% van de gevallen met succes werken teruggehaald.
De Gemeente Amsterdam hield zich aanvankelijk afzijdig, de Nederlandse regering had immers een commissie ingesteld die moest
beoordelen of een kunstwerk terug moest worden gegeven. De Gemeente zal later een cruciale rol spelen waarbij zij, acht ik, fors buiten
haar boekje is gegaan.
De restitutiecommissie, ik citeer:
"In de jaren van het naziregime (1933-1945) is op grote schaal kunst geroofd van
meestal Joodse eigenaren. Een geroofd kunstwerk kan tegenwoordig in bezit zijn van de Nederlandse overheid, een museum of
een particulier.
Heeft u het vermoeden dat een kunstobject vroeger aan uw familie toebehoorde en het bezit verloren is gegaan als gevolg van
het naziregime?
U kunt dan een verzoek om teruggave indienen bij de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog
(kortweg: de Restitutiecommissie).
Een advies van de commissie is bindend, dat betekent dat de instantie waar een kunstwerk zich bevindt zich moet neerleggen bij
het besluit van de commissie. Maar het staat particulieren uiteraard vrij naar een rechter te stappen.
Inzake het schilderij van Kandinsky werd er op 22 oktober 2018 een bindend advies uitgebracht, namelijk dat
De gemeente Amsterdam niet is gehouden tot teruggave van het schilderij Bild mit Häusern aan verzoekers.
Aldus A. Hammerstein (voorzitter), J.H.W. Koster, J.H. van Kreveld, E.H. Swaab, H.M. Verrijn Stuart (plaatsvervangend
voorzitter), G.N. Verschoor en C.C. Wesselink.
De overwegingen waren in het kort:
-
De verkoop in 1940 was mede het gevolg van de verslechterde financiële omstandigheden waarin Robert Lewenstein
en Irma Klein zich bevonden.
-
Irma Klein heeft nimmer pogingen ondernomen om het terug te vragen aan het Museum, terwijl zij wist dat het werk
zich daar bevond. Irma Klein leende voor en na de oorlog werken uit aan het museum.
-
Het museum heeft het werk dat een essentiële schakel vormt in het overzicht van het werk van Kandinsky
binnen de collectie van het Museum in 1940 te goeder trouw verworven.
-
Er zou geen emotionele binding met het werk zijn van de kant van de claimers, sterker nog, zij wisten niet af van het bestaan
van dit werk.
Oordeel De Dokwerker over het rapport en de conclusies
Het klopt dat de financiële situatie van het gezin reeds voor de oorlog niet rooskleurig was. Men had al eens navraag gedaan
om het doek te verkopen.
Robert en Irma scheidden, Robert vertrok met zijn vriendin naar Amerika, het schilderij bleef bij Irma. Zij liet het veilen en
incasseerde het bedrag dat de Gemeente Amsterdam betaalde.
Irma wist dat het schilderij in het museum hing, zij kwam er nog na de oorlog om andee werken uit te lenen, nimmer heeft zij iets
gezegd over het schilderij van Kandisky. Op 17 juni 1954 tekende Irma voor de ontvangst van drie uitgeleende schilderijen.
Zij heeft ook nooit enige poging ondernomen om het schilderij terug te vorderen.
Op zich doet dit weinig terzake als je ervan uitgaat dat het museum het schilderij te goede trouw kocht tegen een voor dat moment
gangbare prijs.
In 1940 was er nog geen sprake van roofkunst of ongeoorloofde druk door de bezetter. Immers, dan was het schilderij niet aan het
museum verkocht maar al direct geconfisqueerd door de Duitsers.
Of er wel of geen emotionele binding met het schilderij bestaat doet eveneens niet ter zake. De 'Joodse kaart' werd gespeeld, maar
dat was, achteraf bezien, zelfs onterecht. Gesteld werd dat de gezinnen hadden geleden onder de indruk die de oorlog op Irma
had gemaakt, met name de kinderen van Bram Stoker en Elsa Guidotti brachten dit naar voren.
Volgens Elsa was Bram een slachtoffer van de Jodenvervolging, dit klopt niet want hij was niet Joods. Toen Bram overleed
leefde zijn moeder nog, dus wees was hij ook niet.
Rechtszaken en laster
James Palmer liet geen moment ongemoeid om Nederland, de gemeente Amsterdam en het Stedelijk Museum in een kwaad daglicht te stellen,
in buitenlandse bladen werd Nederland weggezet als onmenselijk naar Joden. Er werden door Palmer rechtszaken gevoerd die hij allemaal
verloor.
Het stak hen dat het Stedelijk zich geregeld profileert als 'woke' museum en begaan is met de Black Lives Matters-beweging
en positief over teruggave van koloniale kunst. "Maar als het om een in de oorlog gestolen Kandinsky gaat, telt dat zeker niet."
De Gemeente Amsterdam begon zich in een lastig parket te bevinden, er trad een nieuw college aan, Femke Halsema was burgemeester. De
nieuwe wethouder van cultuur en kunst was Touria Melian van Marokkaanse afkomst. Zij kreeg het dossier 'Lewenstein' op haar bureau
en, zo stelde zij zelf, voelde zich er ongemakkelijk mee. Mij is niet duidelijk waarom want er lag een gedegen advies van
de restitutiecommissie.
Er werd door de overheid een nationale commissie opgericht die onderzoek moest doen of de restitutiecommissie haar werk goed had
gedaan Men had aanmerkingen, er moest ruimhartiger en minder zakelijk naar roofkunst gevallen worden gekeken. Deze commissie kwam
in conflict met de restitutiecommissie die over roofkunst ging.
In diezelfde tijd bemoeide een bekend politicus zich met de zaak, de voorzitter van de restitutiecommissie trad uit onvrede af
en tijdens een onderonsje met Femke Halsema werd de burgemeester niet volledig ingelicht, maar dat maakte haar en die partij-prominent
weinig uit, de wethouder kon het maagpijndossier sluiten want zij mocht het heuglijke feit meedelen dat het schilderij zou worden
gerestitueerd.
Het schilderij kregen de vijf nooit te zien
Vrijwel direct nadat het nieuws bekend werd haalde men het schilderij op en verdween het in een busje met onbekende bestemming. Het
was al onderhands verkocht voor ruim 60 miljoen Euro.
Volgens mij kregen de drie kinderen van Bram en Elsa het deel waarop zij recht hadden, namelijk 25%, derhalve dus ieder vijf
miljoen Euro. De twee kinderen uit het derde huwelijk van Robert kregen 75%, derhalve 45 miljoen Euro. Maar zij moesten allen
een derde afstaan aan Palmer, die dus 20 miljoen kreeg.
Verklaring Gemeente Amsterdam
De gemeente kwam in augustus 2021 met de navolgende verklaring naar buiten: 'Vanwege het grote tijdsverloop
en het belang van herstel van onrecht zullen we het werk retourneren zonder nieuwe tussenkomst van de
Restitutiecommissie.
Als stad hebben we een geschiedenis en daarmee een grote verantwoordelijkheid hoe om te gaan met het onrecht en het
onherstelbare leed dat de Joodse bevolking is aangedaan in de Tweede Wereldoorlog.
De gemeente Amsterdam heeft de morele plicht om hiernaar te handelen. Het college staat voor een rechtvaardig en
duidelijk restitutiebeleid, dat in de kern zo veel mogelijk teruggaven van kunst aan de rechtmatige eigenaren of de
erven van de eigenaren mogelijk maakt.'
Het Stedelijk Museum had hierin uiteraard geen zeggenschap, maar liet in een verklaring wel subtiel weten wat men ervan vond:
'Het rechtzetten van het onrecht en leed dat de Joodse bevolking is aangedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog staat
voorop. Als eigenaar van de collectie heeft de gemeente nu een beslissing genomen; daar zullen wij ons uiteraard aan committeren.'
Update
Er zullen meer updates volgen want dit zaakje stinkt, maar er is meer.
Na het Stedelijk Museum Amsterdam verliest ook het Lenbachhaus in München een werk van Wassily Kandinsky aan dezelfde claimers.
'Das bunte Leben' uit 1907 behoort toe aan de vijf claimers. Ook dit schilderij is bij veilinghuis Frederik Muller in
Amsterdam geveild op 9 oktober 1940.