Kadaster
Allereerst maar eens de vraag 'wat doet het kadaster' beantwoorden. Het Kadaster registreert alle grond en gebouwen
in Nederland en van wie dit is en of er een schuld (hypotheek) op zit.
Nederland is 'goed' in het bijhouden van wie wat is, waar je woont en wat je bezit. Niet alle bestanden waren even goed op orde
tijdens de oorlog, zo is nooit vastgesteld wie er allemaal zicht had op het Achterhuis aan de Prinsengracht waar Anne Frank en
zeven anderen ondergedoken zaten.
Hierdoor kon ook niet worden vastgesteld wie de acht wellicht had verraden. Het Bevolkingsregister
(
klik hier) van Amsterdam werd door het verzet als een bedreiging
van de veilgheid van veel Amsterdammers gezien, daarom werd er gepoogd het gebouw met daarin alle kaarten met gegevens over de
Amsterdamse bevoling te vernietigen.
Rond de 500.000 Nederlanders moesten tijdens de bezetting verplicht werken in Duitsland. In Nederland probeerden bedrijven
van zoveel mogelijk personeelsleden 'onmisbare'schakels te maken, maar lang trapten de Duitsers daar niet in. Ook het Kadaster
haalde een truc uit.
Op 1 januari 1941 werd de Dienst voor Buitengewoon Landmeetkundig Werk (kortweg BLW) ingesteld. Onder het mom dat er veel
landmeetkundig werk moest worden uitgevoerd door het grote aantal ruilverkavelingen waren veel medewerkers van het
Kadaster 'noodzakelijk'. Als een klus geklaard was begon met gewoon met een schoon dossier, het oude werd vernietigd, de
Duitsers hadden géén idee.
Het Kadaster had meerdere kantoren in Nederland, die deden 'op papier' vaak hetzelfde werk, de administraties werden niet
naast elkaar gelegd. De baas van kantoor Eindhoven maakte het nog bonter. Hij moest opgeven hoeveel medewerkers hij onder de 25
jaar had, hij op: nul. Later moest hij opgeven hoeveel mannen ouder dan 25 jaar waren, ook toen gaf hij op: nul.
Doordat de instanties elkaar heen werkten, kwam hij er goed vanaf en werd geen van zijn medewerkers tewerkgesteld in Duitsland.
Onder Duits bewind
Al vrij snel na de inval in Nederland kwam het Kadaster onder leiding van een Duitse 'Vertreter' te staan, in november
kreeg directeur A. van Hengel ontslag en werd hij opgevolgd door Hauptmann Feige. De topografische dienst werd naar Utrecht
verplaatst, de medewerkers moesten kaarten maken voor de Duitsers.
Niet-Joodverklaring
Met een niet-Joodverklaring (Ariërverklaring) dienden werknemers te verklaren geen Joodse voorouders te hebben.
Wie de verklaring niet tekende kreeg direct ontslag. In oktober 1940 kregen alle medewerkers van het Kadaster de opdracht
de verklaring in te vullen, niet veel later werden alle Joodse werknemers ontslagen.
De helden bij het Kadaster
Christine van Heesch, 29 jaar (1915-1944)
Willem Anton de Boone, 34 jaar (1911-1945)
Eduard Jacobus Wilbrink, 31 jaar (1914-1945)
Henry Hansen, na zijn arrestatie is nooit meer iets van hem vernomen
Christine was samen met haar vriend lid van een knokploeg, maar werden verraden, toch vonden de Duitsers hen niet. Helaas
blies de bezetter het pand op waar zij zich in verschuilden waardoor beiden he tleven lieten.
Ook Willem zat bij een knokploeg, zij werden verraden door een eerder gevangen genomen lid, niet veel later werden de
opgepakte leden vermoord.
Eduard zat in de gevangenis en werd door de Duitsers gefusilleerd als vergelding voor de aanslag op Hanns Rauter, de hoogste
SS'er tijdens bezet Nederland. Eduard had niets met de aanslag te maken.
Henry deed tijdens de oorlog spionagewerk voor de regering in ballingschap (in Londen) en gaf leiding aan een
sabotage-organisatie in Noord-Brabant. Hij werd verraden en gearresteerd, helaas is er niet bekend wat er daarna met hem
is gebeurd.
Het Kadaster moest veel door de Duitsers geroofd onroerend goed in de boeken verwerken.
Dit onderwerp is gebaseerd op het boek 'Het Kadaster in de oorlog' van Zacharias Klaasse (conservator van het Kadaster
museum in Nijmegen). U kunt dit boek gratis in de vorm e-book (pdf) aanvragen bij de afdeling Communicatie van het Kadaster.