José Bosma
Leven vanuit verzet
Het ene verzet is het andere niet en het ene boek het andere niet. Ik plaats hier zelden
iets over een boek omdat het vaak meer van hetzelfde is, natuurlijk zijn de personages,
plaatsen en gebeurtenissen nimmer identiek, maar de strekking van boeken die verhalen
vertellen over de oorlog wel.
Uitzonderingen bevestigen de regel, zo ook geldt dat voor onderstaand boek van
José Bosma, 'Leven vanuit verzet'.
Als de Duitsers in 1945 ons land verlaten begint voor velen de strijd pas. José
wordt na de oorlog geboren in de Amsterdamse Jordaan, als haar vader overlijdt krijgt
ze een andere kijk op hun geschiedenis.
Ze komt met vragen aan haar vader te zitten, wat heeft hij meegemaakt, waarom zei hij
niets over zijn tijd in de oorlog, het verzet en de latere mishandeling van zijn
dochter?
José werd na de oorlog geconfronteerd met de gevolgen van een oorlog die de hare
niet was.
José vertelt over haar jeugd in Amsterdam. De mooie herkenbare plekjes en typisch
Amsterdamse humor verzachten de traan die de leidraad is in dit boek waarvan je de bijna 200
pagina's in één ruk uitleest.
Een fragment
Mijn vader had middelgrote behaarde handen met vierkant gevormde nagels en geen
enkele ring aan zijn vingers. Zelfs geen trouwring.
'Dat is te gevaarlijk als je aan een draaibank werkt, je bent zomaar een
vinger kwijt,' vertrouwde hij mij ooit eens toe in een van zijn weinig
spraakzame momenten.
br>
Mijn vader was in zijn jonge jaren een knappe lange verschijning met donker haar
die zo weggelopen kon zijn uit een zigeunerfamilie. Vooral wanneer hij zijn
geliefde accordeon om had.
Altijd netjes gekleed en tot in de puntjes verzorgd, zelfs wanneer hij in zijn
beige stofjas liep om zijn duiven te verzorgen of om aan zijn werkbank te klussen.
Kenmerkend aan hem was zijn zwarte Franse alpinopet die hij bijna altijd op
zijn hoofd droeg.
Het uiterlijk van mijn vader had ook wel iets Joods. De grijsgroene ogen en
doordringende blik maar vooral zijn neus refereerde daar aan. Een man van weinig woorden.
Hij en ik hadden een vreemde relatie tot elkaar. Toen ik nog héél
klein was keek ik letterlijk en figuurlijk tegen hem op. Ik had zoals elk kind
behoefte aan zijn goedkeuring en wilde dat hij trots zou zijn op mij, dat hij om
mij gaf en van mij hield
Tot mijn grote verdriet heeft hij dit nooit rechtstreeks aan mij kunnen uiten
tijdens zijn leven. Maar in de korte tijd die hem op aarde nog restte gaf hij
zichzelf bloot zonder woorden en in dat speciale moment voelde het voor mij
alsof ik zijn innig geliefde kind was. Het was wat onwennig, maar sterkte mij wel.
Dit gebeurde vlak voor zijn dood toen ik hem opzocht in het ziekenhuis nadat ik
hem een aantal jaren niet had gezien, noch gesproken.
Ik had bewust een flink aantal jaren afstand genomen van mijn vader nadat hij mij
voor de zoveelste keer ten onrechte beschuldigde en vernederde. Toch heb ik
dankzij één telefoontje van mijn moeder, waar ik toen zo af en toe
nog wel contact mee had, op een hele mooie manier afscheid van hem kunnen nemen.
Tijdens dit telefoongesprek vertelde mijn moeder dat mijn vader in het ziekenhuis lag
en er behoorlijk slecht aan toe was. 'Het kon wel eens niet lang meer duren,' zei ze.
Nog diezelfde week heb ik alle moed die ik in me had verzameld en ben naar het
ziekenhuis gegaan om hem te bezoeken. Ik kocht een grote bos witte bloemen en
reed er in mijn eentje naar toe. In het ziekenhuis aangekomen, vond ik snel zijn
kamer en toen ik de deur opende schrok ik hevig van wat ik daar zag. De sterk
vermagerde slapende man in dat bed, leek van geen kant meer op de man die hij
ooit geweest was.