Jonkheer Roëll | Amsterdammer in dienst van het Hof
Tja, tijdens mijn zoektocht naar meer informatie over de Stadhoudersbrief (
link) die Prins
Bernhard in 1942 aan Adolf Hitler geschreven zou hebben stuitte ik op Jonkheer ir. W. G. Roëll. Voor de oorlog was hij de persoonlijk
secretaris van de Prins, maar Roëll overleefde de oorlog niet. Ik vroeg me af hoe dat kon, de eerste vertrouweling van de Prins die in
1942 door de Duitsers wordt doodgeschoten.
Verbonden aan het Hof
Op 1 september 1934 wordt Jonkheer ir. W. G. Roëll jachtjonker van Koningin Wilhelmina, twee jaar later is Bernhard in beeld als 'vriendje'
van Juliana, dochter van Wilhelmina. Roëll zou zijn baantje wel eens aan Juliana te danken gehad kunnen hebben maar daarover straks meer.
Nog voordat er sprake is van een huwelijk tussen Bernhard en Juliana wordt Roëll secretaris van de aanstaande Prins. Als de oorlog
uitbreekt en de regering, Wilhelmina en de inmiddels met Juliana getrouwde Bernhard het ruime sop kiezen richting Engeland krijgt Roëll
de ondankbare taak om achter te blijven en wat zaakjes voor Bernhard te regelen. Daaronder valt het beheer van de eigendommen van de Prins.
Op 1 april 1942 wordt Roëll gearresteerd door de Duitsers omdat hij meerdere malen radiocontact met Engeland heeft gehad. Dat dat met de Prins
was heeft Roëll nooit vertelt. Op 29 augustus 1942 is hij door de Duitsers gefusilleerd in Fort Rijnauwen bij Utrecht. Later is hij
herbegraven in Garderen.
Opvallende datum
Het kan toeval zijn maar drie weken nadat Roëll is opgepakt zou Bernhard vanuit de Verenigde Staten, na een bezoek aan Canada waar
zijn vrouw en twee dochters verblijven, een brief aan Adolf Hitler hebben geschreven, de zogenaamde Stadhoudersbrief. Of de brief
kwam niet aan, of Hitler wilde niet reageren of de brief is nooit geschreven, maar er gebeurde niets.
Pikant is dus dat Bernhard de al dan niet bestaande Stadhoudersbrief drie weken na de arrestatie van Roëll geschreven zou hebben.
Het verhaal gaat dat Roëll het bed heeft gedeeld met Juliana voordat Bernhard in beeld kwam en dat Juliana het baantje geregeld zou hebben voor
Roëll om hem dicht bij zich te hebben, maar de liefde waaide over. Toen was Roëll al een zeer gewaardeerd man aan het hof en voor
Juliana was er inmiddels een andere liefde opgedoken; Bernhard.
Feit is in ieder geval dat de vrouw van Roëll (M. Del Court van Krimpen) en Juliana goede vriendinnen waren. Zo goed dat Juliana haar
vraagt met haar mee te gaan naar Canada tijdens de oorlogsjaren. En zo geschiedde. Bernhard moet haar dus ook ontmoet hebben toen hij op 20
april 1942 in Canada op bezoek was bij zijn vrouw en kinderen. Roëll was toen net door de Duitsers opgepakt. Het moet wel heel gek gelopen
zijn willen de twee vriendinnen en Bernhard daar niet over hebben gesproken. In diezelfde paar dagen zou Bernhard dus de Stadhoudersbrief
hebben geschreven.
Geld beheren voor een omwenteling
Het staat vast dat Roëll geld onder zijn hoede had van Wilhelmina en Bernhard voor als de Duitsers de oorlog zouden verliezen, alles op alles
moest er worden gezet om te voorkomen dat het goed georganiseerde linkse Communistische verzet aan de macht zou komen. In dit licht valt ook goed
te begrijpen dat Wilhelmina een rede hield waarin zij aankondigde dat er een militaire macht geïnstalleerd zou worden om het land na de Duitse
bezetting te besturen. Op dat moment (de rede van Wilhelmina van 2 september 1943) was acht maanden eerder in Londen het bureau Militair
Gezag al opgericht.
Toen Roëll vast zat had Gerbrandy (op dat moment premier in Engeland van de Nederlandse regering in ballingschap) de kans hem te ruilen tegen twee
Duitsers maar Gerbrandy weigerde om de simpele reden dat hij niet wist wat Roëll deed. Bernhard lichtte Gerbrandy ook niet in waardoor
de ruil niet doorging met als gevolg dat Roëll werd doodgeschoten.
De reden van Bernhards' stilzwijgen zou gelegen zijn in het feit dat hij zijn radiocontacten met diverse mensen in Nederland niet prijs wilde geven.
Maar was het misschien jaloezie? Immers, Roëll mocht niet mee naar Engeland en werd door Bernhard aan zijn lot overgelaten, Roëll was het
eerdere liefje van zijn vrouw Juliana en zij zou hem na het beëindigen van de oorlog zeker weer ontmoeten.
Na de oorlog had Bernhard diverse romances waaruit zeker twee, maar zeer waarschijnlijk drie en misschien ook wel meer kinderen zijn voortgekomen.
Zo werd op 12 februari 1946 Mildred Zijlstra geboren die door Bernhard verwekt zou zijn tijdens de bevrijding van Nederland. Als hij gedurende de
oorlog, waarin hij zijn eigen vrouw zelden ziet, al avontuurtjes had waarvan Juliana zeer mogelijkerwijs te horen had gekregen en de vrouw van
Roël inmiddels een Canadeze vriend had opgeduikeld, kan het denkbaar zijn dat Juliana zich weer aangetrokken zou kunnen voelen tot haar
voormalige vriendje, Roël.
Door hem te laten vallen lostte Bernhard dit mogelijke doemscenario op. Let wel, dit is dus een veronderstelling van De Dokwerker, deze is niet op
feiten gebaseerd.
Nog iets opmerkelijks
Dit is eveneens een hypothese die nergens onderbouwd wordt, ik neem deze dus volledig voor mijn rekening.
Juliana en Martine, de vrouw van Roël, zitten in Canada, de man van Juliana (Prins Bernhard) heeft de mogelijkheid regelmatig zijn vrouw
te bezoeken, die gelegenheid heeft Roël niet want die zit 'vast' op Paleis Het Loo. De Duitsers vermoeden iets en pakken Roël op
maar laten hem weer gaan.
Martine loopt in Canada een diplomaat tegen het lijf waarmee zij een affaire heeft, niet zomaar toevallig want de Canadezen waken over de
veiligheid van de Koninklijke familie en de beste vriendin van Juliana, mevrouw Martine Del Court van Krimpen, de vrouw van Roël. Over
een eventueel verdriet van mevrouw Roël is nooit iets naar buiten gekomen, ook niet over wrok.
En dat terwijl Bernhard Roël toch in Nederland had achtergelaten en ook geen pogingen had gedaan hem te behoeden van de doodstraf die de
Duitsers Roël hadden opgelegd. Wel is bekend dat mevrouw Roël hertrouwde met haar Canadeze diplomaat. Nog jaren heeft zij contact gehouden
met de Koninklijke familie, tot aan de dood van Juliana aan toe. Daarna verwaterden de ooit zo innige contacten.
In een interview in 2009 met het Reformatorisch Dagblad zegt mevrouw Del Court van Krimpen:
"De Duitsers fusilleerden hem (red. DD: haar man) in 1942. Dat bericht kreeg ik pas na een hele tijd. We wisten wel dat mijn man in de gevangenis
in Scheveningen zat en dat de kans niet groot was dat hij het zou overleven. In die nare tijd was Juliana heel meelevend, heel begrijpend. Ze
was gevoelig, echt hartelijk.'
Opmerkelijk hieraan zijn drie dingen.
- Er spreekt weinig emotie uit de manier waarop zij dit zegt, ook al is het jaren later
- Zij berustte blijkbaar al in de dood van haar man toen deze nog leefde in de Scheveningse gevangenis
- Ze hoorde pas veel later dat haar man was doodgeschoten
Via Bernhard moet de dood van Roël al vrij snel bekend zijn geweest, immers, er was een mogelijkheid Roël vrij te krijgen, toen
Gerbrandy daar geen gehoor aan gaf wist men dat Roël werd doodgeschoten. Ook verstomde een contact dat Bernhard had met het thuisfront op
Paleis Het Loo want het was juist Roël die zijn contactman was via de illegale radio. Tenslotte lijkt het erop alsof mevrouw Roël berust
en al over haar verdriet heen is voor die goed en wel begonnen is.
In het licht dat zij een vriendje had in Canada (de diplomaat) valt de luchtige houding van mevrouw Roël ook wel te plaatsen.
Dochter Renee van Jonkheer Roël en zijn vrouw is nog altijd een van de beste vriendinnen van Koningin Beatrix. In Canada speelden
zij veel met elkaar. Mevrouw Martine Feaver-Del Court van Krimpen overleed op 6 maart 2010 in Ottawa in het bijzijn van haar kinderen.
Haar man H.F. Feaver, de Canadeze diplomaat, was al eerder overleden.
Over deze kwestie heeft Bernhard zich nooit genuanceerd uitgelaten, hij verwees ook deze naar het rijk der fabelen.
Lees in dit verband ook:
DE STADHOUDERSBRIEF VAN PRINS BERNHARD
en
DE LONDENSE KABINETTEN