Stoomschip Van Imhoff
Een Nederlandse Minister van Defensie die besluit om een lafhartige daad van een van zijn kapiteins op een stoomboot in de doofpot
te stoppen, kun jij je dat voorstellen?
Nou, misschien wel, als je latere verhalen kent zoals rondom Bakker, Oltmans, De Roy van Zuydewijn en Poch.
Maar hier beperken wij ons tot de Tweede Wereldoorlog en vaststaande omstandigheden, feiten dus. Eelco van Kleffens besloot in
1942 namens de regering te verklaren dat er bij Sumatra een stoomschip door de Japanners was getorpedeerd waarna het zonk. Er waren
110 Nederlanders aan boord, deels bemanningsleden en deels bewakers van 477 Duitse krijgsgevangenen.
De officiële verklaring luidde dat 412 van de 477 krijsgevangenen vrijwel direct na de aanslag
om het leven waren gekomen. De werkelijkheid was een andere.
Plek voor 300 opvarenden in de reddingsboten
De reddingsboten werden na de aanslag door de Nederlanders te water gelaten, maar de gevangenen aan boord mochten niet mee, hoewel er
voor een groot aantal van hen wel degelijk plek was. Later bleek dat het veel Duitse Joden waren die de dood hadden vonden in de Indische
wateren en geen spionnen, zoals de regering onze voorouders wilde doen geloven.
Jan Hoeksema (99, 1898-1998) kapitein op de Van Imhoff, zou volgens een van de 65 overlevende gevangenen persoonlijk
opdracht hebben gegeven niemand anders mee te nemen dan bemanningsleden en bewakers. Hoeksema zweeg tot in zijn graf.
De 412 ongelukkigen zaten in afgesloten cellen.
Veel van de slachtoffers bleken uit Duitsland gevluchtte statenloze Joden te zijn die dus ten onrechte als nazi's werden gezien en
vastgezet. Nederland had besloten om zo'n 2.300 Duitsers, die hun toevlucht tot Nederlands-Indië hadden gezocht, te verplaatsen
naar Bombay in Brits-Indië, het huidige India.
Twee schepen kwamen daar ook aan, een derde, de Van Imhoff, niet.
Dit schip van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij was gevorderd door de Nederlandse regering om het leger te bevoorraden
en troepen en geïnterneerden te verplaatsen. In januari 1942 werden er met de Van Imhoff 477 krijgsgevangenen vervoerd
richting Bombay, een Japanse jager vuurde een torpedo op het schip af met als gevolg dat de Van Imhoff zonk.
Slechts enkelen van de 477 gevangenen spoelden aan op het eiland Nias, ten westen van Sumatra waar ze opnieuw in handen vielen van
de Nederlanders.
Vanwege dat er veel vrouwen aan boord waren, de omstandigheden slecht waren en omdat het naderhand klip en klaar was dat het om
Joden ging en niet om krijgsgevangenen werd de ramp doodgezwegen. Er werd bekend dat het schip was vergaan. Over dat de bemanning en de
bewakers zich in veiligheid hadden weten te brengen en de gevangenen door hen aan hun lot waren overgelaten werd met geen woord gerept.
In 1943 deed een van de overlevenden zijn verhaal, een schandaal was geboren, maar opnieuw wist Nederland dit in de kiem te smoren door
te verklaren dat de bemanning er alles aan had gedaan iedereen te redden. Bovendien betaalde Nederland een schadevergoeding. Deze
kwam overigens niet bij de nabestaanden, maar in de partijkas van de nazi's terecht.
Na de oorlog
De Koninklijke Paketvaart Maatschappij vorderde vier miljoen van de Nederlandse Staat, ze kregen de helft in de vorm van
een korting op de Vennootschapsbelsating zodat de Tweede Kamer er geen lucht van zou krijgen.
Pas in 1953 diende een Duitse overlevende bij de Nederlandse Staat een claim in wegens nalatigheid en het bewust achterlaten van de groep
Joden. De regering betaalde niks want zij stelden dat er sloepen door de kapitein waren achtergelaten, de Duitse overlevende stond
met lege handen want ook al beweerde hij het tegenovergestelde, bewijzen kon hij niets.
Twaalf jaar later maakte Dick Verkijk van VARA's Achter het nieuws een documentaire over de ramp met de Van Imhoff. De documentaire werd
niet uitgezonden omdat, zo stelde de VARA, er geen enkel doel mee gediend was en de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, mede
veroorzaakt door de Japanners, in geen enkele verhouding stonden tot de ramp met de Van Imhoff waarbij er twee versies waren omtrent
de afloop op het schip.
Dick Verkijk rook dat er gekonkeld was tussen de VARA en de Staat dus besloot hij met zijn verhaal naar dagblad Het Parool te
stappen waarop de VARA hem op staande voet ontsloeg, de film verdween in een donker gat en kwam nooit meer boven water. Het
duurde ruim vijftig jaar totdat de affaire weer aandacht kreeg waarop de VARA liet weten een andere mening te zijn toegedaan
dan in 1965. Er werd een documentaire gemaakt die eind 2018 in drie delen werd uitgezonden.
In 2021 besloot de regering opnieuw onderzoek te doen naar de ramp met de Van Imhoff. Op het moment van schrijven (augustus 2023) loopt het
onderzoek nog. Of dit ook daadwerkelijk tot een eindconclusie zal leiden betwijfel ik, er is weinig nieuws en nieuwe bijeenkomsten
staan niet gepland.
Het onderzoeksteam zegt: "Over de houding van de Nederlandse autoriteiten rondom de scheepsramp zelf en de nasleep in de
jaren erna is al veel onderzoek gedaan." waarom er dan meerdere jaren nodig is om dit allemaal nog eens dunnetjes over te doen werd
mij duidelijk toen ik de voornaamste doelstelling van het onderzoek las, namelijk: 'de slachtoffers een gezicht geven' omdat veel
nabestaanden daarom vroegen.
Tot nu toe staan er veertien foto's online met onder andere Hans Sonnenburg die als verzekeringsagent in Bandung werkte. Hans was
getrouwd met Käte Gaertner, samen hadden zij een zoon van 17, Rolf. Op 10 mei 1940 werd Hans door de Nederlanders
opgepakt vanwege zijn Duitse afkomst, op 19 januari 1942 kwam hij om bij de ramp met de Van Imhoff, Hans was 52 jaar.
Kay en haar zoon kwamen drie jaar in een Jappenkamp terecht, na de oorlog verhuisden zij naar Nederland waar Kay opnieuw
trouwde en Rolf zich jarenlang inzette voor gerechtigheid.
Het onderzoek kwam er onder druk van de bekende mensenrechten-advocaat Liesbeth Zegveld die namens enkele nabestaanden
van overlevenden sterk aandrong op heropening van het onderzoek naar de kwestie.
Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) is een gespecialiseerd kennis- en onderzoekscentrum op het gebied
van de Nederlandse militaire geschiedenis. Het gaat hierbij onder meer om de geschiedenis van de Nederlandse strijdkrachten
in de periode van de Tachtigjarige Oorlog tot nu.
M.G. (Maaike) van der Kloet MA lijkt als enige 'iets' te doen aan het onderzoek, zij is stagair bij Defensie en ging naar
het eiland Nias, na ruim twee jaar is er nog nauwelijks enige vordering waarneembaar, maar we blijven uiteraard hoopvol.
Update 1
Op 25 juli 2023 heb ik het onderzoeksteam gevraagd naar de vorderingen.
Op 26 juli 2023 kreeg ik antwoord:
Dank voor uw bericht. Graag informeer ik naar uw interesse voor het onderzoek. Bent u toevallig nazaat of anderszins
persoonlijk betrokken? Het onderzoek loopt goed. We zijn in mei 2023 van start gegaan en het streven is nog steeds om eind
2024 een boek te publiceren, dat zal gaan over de scheepsramp met de Van Imhoff op 19 januari 1942 in de Indische Oceaan,
de interneringen van Duitse en Oostenrijkse burgers vanaf 10 mei 1940, en de nasleep van deze gebeurtenissen, ook voor
nazaten.
Hierbij onderzoeken we onder andere politieke, militaire, maritieme en juridische perspectieven. Op de website worden
gedurende de duur van het project portretten gepubliceerd van mannen die zijn omgekomen tijdens de scheepsramp. Deze
portretten worden veelal in samenspraak met nazaten gemaakt.
Uit het project zijn in 2022 ook diverse bijeenkomsten en lezingen voortgekomen. Voor 2023 staat voorlopig niks dergelijks
op het programma.
Met vriendelijke groet,
Maaike van der Kloet
Projectleider Van Imhoff-onderzoek
Update 2
Na alle informatie te hebben gezien en gelezen kom ik tot enkele opmerkelijke feiten.
Toen de oorlog uitbrak liet de Nederlandse regering zonder pardon Duitsers oppakken in Nederlands-Indië, mensen
die geen vlieg kwaad deden. Ze werden onder erbarmelijke omstandigheden opgesloten, ziektes braken uit en er was te
weinig water en voedsel. De kampen waren van vergelijkbare aard met de concentratiekampen van de Duitsers in Europa.
Meer dan 2.000 'krijgsgevangenen' werden met drie schepen naar India gebracht waar de Engelsen hen zouden interneren.
Het schip de Van Imhoff Voer uit met 110 Nederlanders aan boord, deels bemanningsleden (48), deels bewakers (62) en 477 Duitse
'krijgsgevangenen'. Dit waren volgens de officiële passagierslijsten voornamelijk mensen met kleine bedrijven of
een normale baan.
Er was dus totaal geen sprake van dat het om criminelen of nazi's ging. Totdat Duitsland de oorlog begon leefden Duitsers
en Nederlandsers vreemdzaam met en naast elkaar in Nederlands-Indië.
De cijfers verschillen in die zin soms dat er sprake was van 65 of 66 overlevenden en derhalve 411 of 412 slachtoffers onder de
gevangenen.
Dit laat zich als volgt verklaren. Één gevangene wist met een touw naar beneden te klimmen, maar werd beschoten, driemaal,
slechts één kogel raakte hem in de pols, al zwemmend wist hij een reddingsboot te bereiken waar dus louter
Nederlanders in zaten, ze haalden hem binnenboord, wat er hem gebeurd is weet ik niet, het verklaart wel dat er 411 slachtoffers
waren en geen 412.
Omdat van de overlevenden er drie vrijwel direct alsnog overleden staat het officiële dodental op 414, het aantal overlevenden
derhalve op 63.
In Hamburg ligt een gedenksteen ter nagedachtenis aan de slachtoffers.
Een overlevende Nederlander verklaarde na de oorlog dat er vijf sloepen waren, de voorste was gemotoriseerd en trok de andere
vier. Hij was er ook getuige van dat er gericht werd geschoten op de Duitsers.
Hij verklaarde vervolens dat ze 26 uur op zee hadden gedobberd, een tijdje achtervolgt door een sloep die de Nederlanders zelf niet los
hadden weten te krijgen. De sloep met Duitsers aan boord verdween steeds verder uit beeld. De Nederlanders hadden voldoende
water en proviand, maar weigerden te wachten op de sloep met Duitsers.
Uit de lijst met overlevenden, zeg maar de geredden, blijkt dat er vijf mensen gewond waren door kogels. De lezing dat er gericht
geschoten is op de 'krijgsgevangenen' lijkt dus te kloppen.
Het gaat om:
J. Weick, scheepskok op stoomschip Claus Rickmers
G. Weiler, missionaris
E. Wernthai, tuinman
E. Witt, officier op stoomschip Claus Rickmers
G. Zacher, automonteur
Beroepen die ik zoal tegenkwam in de lijst met slachtoffers waren:
Procuratiehouder
Ingenier
Hotelier
Goudsmit/ juwelier
Broeder in een ziekenhuis
Marktkoopman
Tuinman
Dansleraar
Pastoor
Politie-agent
Makelaar
Vishandelaar
Opticien
Wegopzichter
Timmerman
Slager
Boer
Horlogemaker
Acteur
Machinebankwerker
Autohandelaar
Drukker
Brouwer
...niet echt staatsgevaarlijke mensen. De meesten waren in de tijd dat Hitler aan de macht kwam Duitsland ontvlucht omdat zij Joods
waren of zich hadden afgezet tegen het Nationaal-Socialisme.
Niet één, maar vier Japanse aanvallen waren er op de Van Imhoff, door één Japanse jager. Geen van de vier
bommen raakten het schip direct, maar doordat één bom vlak voor het schip ontplofte raakte het schip toch beschadigd en
maakte het snel water. Het duurde zes uur alvorens de Van Imhoff zonk.
De kapitein was een van de eersten die van boord ging, de sleutels van de geïmproviseerde benedendekse cellen liet hij aan
de gevangenen geven zodat zij zichzelf konden bevrijden.
Dat lukte niet iedereen, sommigen hingen zich op of sneden de polsen door. Ook sprongen rond de 70 mensen het water in. Deuren
en ander drijvend materiaal had men in zee gegooid, zo probeerden zij te overleven. Naar de reddingsboten roeien of zwemmen had geen
zin want de bewakers schoten op de gevangenen om ze op afstand te houden.
Een van de Duitse overlevenden, Johannes Grasshoff, stelde in 1942 een verklaring op van wat hij had meegemaakt:
"Ik zag alle boten met de Nederlanders bijna 500 meter van het schip verwijderd liggen. Zij wilden zeker kijken wat we
zouden doen. Ik schat dat er ongeveer honderd man, inclusief de soldaten, in de boten zaten. Iedere boot had zeker 50 man
kunnen bevatten bij een kalme zee, dus ze hadden een groot deel van ons kunnen meenemen in de boten, maar die beesten
wilden ons niet in de boten hebben, want ze waren zeker bang dat we ze dan overmand hadden, maar daar had toch niemand
van ons aan gedacht?"
Op 19 januari 1942 zonk de Van Imhoff, vier dagen later bereikten de overlevenden het eiland Nias alwaar de groep de volgende
morgen opnieuw door Nederlanders werd vastgezet en overgebracht naar het 60 kilometer verder gelegen eiland Gunungsitoli
waar net een gevangenis was gebouwd.
Toen Dick Verkijk in 1965, hetzelfde jaar dat er een geruchtmakend artikel over de Van Imhoff in het Duitse weekblad Der
Spiegel verscheen, bij het NIOD aanklopte voor informatie over de Van Imhoff kreeg hij van de toenmalige directeur Lou de
Jong te horen dat er bij het NIOD niets lag. Ook wat dat betreft is de werkelijkheid anders.
Bij het NIOD werkte de heer A. Vromans, hij wist veel over de Van Imhoff, maar Dick kreeg hem niet te spreken en Dick
drong ook niet aan want hij wist niet dat oud-kapitein ter zee Vromans daar werkte, laat staan dat Dick wist dat Vromans
verantwoordelijk was voor alles met betrekking tot de oorlog in Nederlands-Indië als medewerker op de Indische
Afdeling van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, dat later het NIOD ging heten.
Na de commotie over de film van Verkijk en het artikel in Der Spiegel droeg de regering alle gegevens over de Van Imhoff-ramp
over aan het RIOD. Het was Staatssecretaris van Defensie A. van Es die geen kant meer op kon en waarschijnlijk schoorvoetend
alles overdroeg aan het RIOD.
Het was deze zelfde Van Es die samen met de leiding van de VARA en die van de KPM Dick Verkijk op een verkeerd spoor zette.
Hoeksema bleef bij zijn standpunt dat hij als laatste de boot had verlaten en voldoende reddingsboten had achtergelaten. Zijn
leugens leverden hem een dikke promotie bij de KPM op.
Zijn kinderen en kleinkinderen heeft hij nooit iets verteld over de werkelijke toedracht op de Van Imhoff.
De film van Dick Verkijk lag jarenlang op zijn kantoor, maar was op een gegeven moment verdwenen en is ook nooit meer
teruggevonden.
Veel informatie is thans openbaar via het NIOD, je moet er even naar zoeken, maar dan vindt je verklaringen van Nederlanders die aan
boord waren. Het strookt geenszins met de realiteit. Ook valt op dat, soms achteloos, wel degelijk wordt toegegeven dat er werd geschoten
op de Duitsers om te voorkomen dat ze naar de sloepen zwommen.
Niemand is meer in leven, je moet het dus doen met de verklaringen die er zijn. Wat ik gelezen heb in de officiële verklaringen bij het
NIOD kun je je maar moeilijk aan de indruk onttrekken dat de Nederlanders de Duitsers wel degelijk aan hun lot hebben overgelaten en zelfs
op hen hebben geschoten.
De vorige directeur van het NIOD (opvolger dus van het RIOD) Prof. dr. Frank P.I.M. van Vree was in 2018 van mening dat Lou
de Jong destijds bewust had meegewerkt aan een doofpot rondom de Van Imhoff. In september 2021 trad hij terug als
directeur van het NIOD.