De 'aardige' nazi bestaat niet
Kamp Westerbork was tijdens de Tweede Wereldoorlog een doorgangskamp in Drenthe. Het kamp was de wachtruimte
voor 102.000 in Nederland wonende Joden die per trein werden gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen in
Duitsland, Polen en Tsjechië.
Albert Konrad Gemmeker was 32 jaar toen hij werd aangesteld als kampcommandant van doorvoerkamp Westerbork. In 1982 overleed
hij als vrij man op de leeftijd van 74 jaar. In Düsseldorf werd hij geboren op 27 september 1907, na een veroordeling tot een
gevangenisstraf van zes jaar vestigde hij zich tot aan zijn dood in zijn geboorteplaats en runde er een tabakswinkel.
Gemmeker wilde graag geliefd zijn, maar was meedogenloos, meer dan 80.000 mensen jaagde hij de dood in.
SS-Sturmbannführer Erich Deppner was in de zomer van 1942 kampcommandant van doorvoerkamp Westerbork, hij moest wekelijks
1.000 Joden naar Auschwitz sturen maar kwam in de problemen toen er opstand dreigde in Westerbork. Deppner was meedogenloos
en stuurde kinderen zonder hun ouders naar het oosten.
SS-Obersturmführer en protegé van Heinrich Himmler Josef Hugo Dischner verving hem op 1 september 1942 maar
hield het nog korter vol dan zijn voorganger want de immer dronken Dischner was niet in staat het kamp goed te leiden. Albert
Konrad Gemmeker werd zijn vervanger.
Persoonsbewijs van Albert Gemmeker
Foto: Archief Herinneringscentrum Kamp Westerbork/NIOD
Albert Gemmeker was een charmante, intelligente, sluwe man die populair gevonden wilde worden door iedereen in zijn nabijheid. Hij
deelde mooie baantjes uit, liet mensen met elkaar trouwen, gaf verlof om bij boeren in de buurt te kopen, hield sportwedstrijden
en organiseerde musicals, concerten en toneelstukken. Ook liet hij bekende Duitse artiesten optreden.
Gemmeker woonde van oktober 1942 tot medio april 1945 in een grote woning naast het kamp, hij beschikte over vijf slaapkamers,
centrale verwarming en een grote tuin, zijn secretaresse was tevens zijn maitresse terwijl Gemmeker nog getrouwd was en drie
dochters had.
Personen gelinkt aan Gemmeker:
Elisabeth Hassel, vriendin in Westerbork
Käthe Wunderling echtgenote waarmee hij drie dochters kreeg
Lotte (eerste dochter)
Rosemarie (tweede dochter)
Erika (derde dochter)
Kleindochter Anke Winter
Kleindochter Ruth Schaldach
Kleinzoon (stief) Heiko David Schaldach
Chronologie
1907 - Gemmeker wordt op 27 september geboren, zijn naam is Albert Konrad, roepnaam Albert
1926 - Albert wordt aspirant politie-agent
1933 - hij solliciteert bij de Gestapo voor een kantoorbaan die hem ook gegund wordt
1937 - hij wordt lid van de NSDAP
1939 - het is in Nederland nog geen oorlog, Gemmeker wordt lid van de SS
1940 - hij verhuist naar Den Haag om voor de SD te gaan werken
1942 - Gemmeker wordt aangesteld als kamp-commandant van Westerbork
1945 - op 12 april wordt het kamp bevrijd, Gemmeker is dan een dag eerder al gevlucht
1945 - enkele weken later wordt de bevrijding van Nederland uitgeroepen en wordt Albert opgepakt
1948 - interview in de gevangenis met een ex-kampbewoner
1948 - het proces tegen Gemmeker begint
1949 - de rechter doet uitspraak, tien jaar cel
1951 - Gemmeker komt vrij, zijn voorarrest wordt verrekend en voorbeeldige opstelling beloond
1959 - de Duitse televisie interview hem, Gemmeker toonde geen spat berouw
1982 - 30 augustus, Gemmeker overlijd in Düsseldorf
Tijdens dit interview zei Gemmeker dat hij niet begreep dat mensen anti-semitische gedachten konden hebben, sterker nog, hij vond dat
iedereen, net als hij tijdens de bezetting, meer met Joden om zouden moeten gaan zodat ze meer begrip voor hen zouden krijgen.
Wilhelm (Willi) Zoepf (ook: Zöpf)
Na de oorlog verwees Gemmeker meermalen naar zijn meerderen, hij moest als kamp-commandant de bevelen vanuit Den Haag
opvolgen, daarbij doelde hij steevast op Wilhelm Zoepf.
Zoepf was een jurist die de Joden in Westerbork direct onder zijn verantwoordelijkheid mocht rekenen. In zijn hoedanigheid als
plaatsvervangend hoofd van de sectie IV B 4 van de SD in Den Haag werden er sinds zijn aanstelling in 1941 55.382 Joden naar de
vernietigingskampen gestuurd.
Tegen het einde van de oorlog vluchtte Zoepf naar Duitsland, maar deed geen enkele moeite om onder de radar te blijven, hij werkte
als sportleraar en werd in 1958 opgespoord door het RIOD, de Duitse jusitite pakte de zaak in 1961 op en besloot Zoepf te vervolgen,
zoonder succes.
Pas in 1966 werd hij opnieuw gearresteerd en tot negen jaar cel veroordeeld, hij had niet echt bekend, maar verklaarde wel dat hij
op een gegeven moment door had gekregen dat de gedeporteerde Joden 'hoogstwaarschijnlijk' een vreselijk lot hadden ondergaan
in de kampen waar hij hen heen had gestuurd als verantwoordelijke voor de logistiek van de deportaties in de bezette
Nederlandse gebieden onder Adolf Eichmann.
Zoepf stond in 1970 alweer op straat na goed gedrag.
Wilhelm Zoepf was direct verantwoordelijk door de deportatie van Anne Frank uit Kamp Westerbork.
Mauritz Frankenhuis
Frankenhuis zat tijdens de oorlog in Kamp Westerbork, in 1948 was Gemmeker in Assen in afwachting van zijn proces, Frankenhuis
kreeg toestemming om de oud-kampcommandant te interviewen.
Mauritz had een lijst met zeventig vragen, maar Gemmeker pareerde stelselmatig de kern; was hij op de hoogte van het lot wat
de Joden die hij op transport stelde te wachten stond. De bekentenis waarop Mauritz hoopte kwam er niet.
De Jood Mauritz (Maurice, Mortitz) Frankenhuis (Burgsteinfurt, 24 februari 1894, koopman, exporteur en verzamelaar van medailles,
penningen en munten) dook op 23 juli 1942 in Den Haag onder met zijn vrouw Herta Hermina de Vries en hun twee dochters Julia en
Berti. Twee jaar later (28 maart 1944) werden zij verraden en opgepakt en op 20 april 1944 naar Westerbork overgebracht.
Gemmeker besloot niet veel later dat ook zij hun laatste treinreis moesten gaan maken. Het gezin vertrok op 4 september
1944 vanuit Westerbork naar Theresiënstadt maar overleefde het kamp. Reeds voor het gesprek met Gemmeker
emigreerde het gezin naar de Verenigde Staten. Op 22 september 1969 overleed Mauritz in New York.
Tijdens zijn gevangenschap hield Frankenhuis een dagboek bij in een geheimschrift waarvan Maurice zelf zei dat geen een
veiligheidsdienst dat ooit zou kunnen ontcijferen.
Maurice had twee jaar nodig om na de oorlog het gecodeerde dagboek te decoderen.
Gemmeker zat vast in de gevangenis van Assen in afwachting van zijn proces toen Frankehuis hem bezocht, Gemmeker werd later
veroordeeld tot tien jaar celstraf maar kwam in 1951 vervroegd vrij wegens goed gedrag, hij verhuisde naar Düsseldorf.