Foute bedrijven in de Tweede Wereldoorlog
Foute bedrijven
Tijdens de oorlog werden er werkkampen opgericht, daar omheen stonden vestigingen van bedrijven, Duitse bedrijven die veel geld verdienden in de Tweede
Wereldoorlog door gebruik te maken van weggevoerden uit de bezette gebieden.
Maar in Nederland was dat niet anders. Grote bedrijven maakten gretig en dankbaar gebruik van goedkope Nederlandse werkkrachten. Op deze pagina ga ik
geen nuances aanbrengen, de bedrijven die ik noem hadden voor, in of vlak na de Tweede Wereldoorlog meer oog voor de winst van het bedrijf dan voor
het welzijn van de mens. Ook zitten er bedrijven tussen die de Duitsers in staat stelden hun 'werk' te doen. Zij hielpen bij de Jodenvervolging -vernietiging of stelden de
Duitsers in staat ermee weg te komen, letterlijk danwel figuurlijk.
Fout!
Alkett
Ambtenarenapparaat
Audi
BASF
Bayer
Bertelsmann
BMW
Burgemeesters (400 van hen waren NSB'er)
C & A
Chanel (Coco Chanel was een nazi-spionne)
Coca Cola
DAF
Daimler Benz
De Telegraaf
Degussa
Deutsche Bank
Fentener van Vlissingen
Flick
Gemeentelijk Vervoerbedrijf
Hanomag
Henkell
Hugo Boss
IBM
IG Farben
KLM
Krupp
Maybach
Messerschmitt
Metro (moederbedrijf van Media Markt)
Nestlë
NHM (Nederlandsche Heide Maatschappij)
Nederlandse Spoorwegen
Oetker
Philips
Politie
Porsche
PTT
Puls
Rotterdamse Haven
Siemens
Telegraaf
Volkskrant
Volkswagen
Zwartjes
De directies van de meeste bedrijven gingen vrijuit, net als de top van het Nederlandse ambtenarenapparaat.
Flick en Deutsche Bank
Flick
Op 5 december 1985 verscheen er een bericht in de pers dat Deutsche Bank een bod had gedaan op het Flick-imperium kocht. Onder
Friedrich Flick groeide het concern uit tot een van de belangrijkste bedrijven van Duitsland, maar had daar wel Adolf Hitler voor nodig. Het
bedrijf maakte dankbaar gebruik van goedkope arbeidskrachten in de Duitse kampen.
Zelfs nog voordat Auschwitz gebouwd werd gebruikte Flick al tienduizenden Poolse gevangenen als arbeider. Na de oorlog werd de
baas van het bedrijf, Friedrich Flick, opgepakt en tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld.
De oorsprong van zijn imperium is de Eerste Wereldoorlog, hoewel nooit bewezen, zou Flick zich middels steekpenningen aan politici
hebben opgewerkt in het Duitse bedrijfsleven. Hermann Göring was een persoonlijke vriend van hem, die regelde in ruil voor
donaties aan de NSDAP opdrachten voor Flick.
Toen Flick na zijn straf de draad weer oppakte had hij binnen een jaar alweer honderd bedrijven. In het daarop volgende decennium
werd hij de rijkste man van Duitsland.
Zo kreeg Friedrich Flick tijdens zijn proces van 18 april 1947 tot en met 22 december 1947 het verwijt mede-schuldig te zijn aan de dood
van meer dan 10.000 dwangarbeiders in zijn fabrieken. Flick kreeg tijdens de oorlog veel opdrachten toegespeeld van zijn persoonlijke vriend
Heinrich Himmler.
De uitgesproken straf was zeven jaar cel, maar zijn contacten waren dermate goed dat hij twee jaar later alweer vrij man was. In tien
jaar tijd werkte Flick zich op tot rijkste man van Duitsland, hij overleed in 1972 en liet meer dan 300 bedrijven na.
Tijdens zijn leven bouwde Friedrich Flick een enorme kunstverzameling op die nog altijd geldt als een van de omvangrijkste ter wereld, zijn
kleinzoon beheerdt thans die collectie. Flick was een pragmaticus die onder Duitse ondernemers nog altijd herinnerd wordt aan de
gevleugelde uitspraak: "Als bij een onderneming de kas niet klopt, moeten er andere cijfers komen of andere gezichten."
In 1972 nam zijn zoon Friedrich Karl Flick het concern over en heeft zich nimmer verantwoordelijk of verplicht gevoeld om een vorm van
schadevergoeding te betalen, iets wat veel andere bedrijven en de Duitse overheid wel deden. Zoon Friedrich raakte betrokken
bij fraude waarbij geld naar politici zou zijn gegaan, hij ontkende en werd ook niet vervolgd, wel trad hij terug als president van het
concern om het niet veel later aan de Deutsche Bank te verkopen.
Deutsche Bank
Lang leken ze de dans te ontspringen, maar in 1997 kwam vast te staan dat Deutsche Bank concentratiekampen als Auschwitz had
gefinancierd, zonder hun geld had het kamp niet gebouwd kunnen worden. Tijdens de oorlog kocht de bank goud op waarvan de herkomst
onzeker was. Hoogstwaarschijnlijk was dit uit de bezette gebieden geroofd goud en goud van Joden uit de concentratiekampen. De
bank trok direct na het wereldkundig maken van de foute handelswijze tijdens de oorlog het boetekleed aan en betuigde diepe spijt
tegenover de slachtoffers en nabestaanden. Tijdens de oorlog werd de bank geleid door Hermann Josef Abs die na de oorlog door
de geallieerden gevraagd werd een belangrijke rol te spelen bij de wederopbouw van Duitsland.
Ook werkte de bank aan het overboeken van saldi van Joodse klanten die volgens door de SS aangeleverde lijsten toch niet meer
terug naar huis zouden keren.
"Zwartjes was niet fout"
Op 20 augustus 2016 verscheen er een artikel in Het Parool over de kleindochter van schoenenverkoper Zwartjes. Zij wil de familienaam
gezuiverd hebben, het waren de twee broers Sprangers die het bedrijf kochten, de naam handhaafden en fout waren. De familie
Sprangers staat nog altijd aan het roer van Zwartjes.
Gerda Zwartjes wil de familie Sprangers niet in de wielen rijden, maar zij wil wel graag de familienaam gezuiverd zien. Tijdens de oorlog
waren Jan en Kees Sprangers lid van de NSB en toonden zij een hakenkruis in de etalage, de huidige familie Sprangers is uiteraard
niet verantwoordelijk voor de daden van hun voorgangers en hebben de sympathie voor de nazi's ook nooit ontkend.
Op de vraag van de Parool journalist wat het doel van Gerda Zwartjes is antwoord zij dus dat zij de naam van haar familie gezuiverd
wil zien maar fijntjes voegt zij er ook nog aan toe: "Naast het postume eerherstel wil ik graag tegen Joodse mensen zeggen: Niet
zeuren. Het is lang geleden. Dus gewoon bij Zwartjes kopen. Het zijn goede schoenen. Alleen wel duur."
In dit licht wil ik graag iets toevoegen dat ik enige tijd geleden op 'Joods Amsterdam' las.
Misschien kent u mijn vader Aby de Lange als de schoenenboer van het Koningsplein. Maar dat was niet hun eerste zaak. Tot het
voorjaar van 1942 hadden mijn grootouders Han en Jopie de Lange een schoenenzaak in de Utrechtsestraat, op nummer 127.
Naast de zaak van De Lange was er nog een schoenenwinkel, de firma Zwartjes. Tussen de concurrenten boterde het niet heel erg, maar
de kinderen van Zwartjes, de niet-Joodse familie Sprangers en Aby en Jack de Lange waren bevriend. Ze konden met elkaar spelen
doordat de ouders aan weerszijde van de schutting een trap hadden neergezet. Daardoor hoefden ze niet over straat.
Meteen al aan het begin van de oorlog verdween de trap aan de andere kant van de schutting en konden de jongens Sprangers en De
Lange niet meer met elkaar spelen. De vriendschap was voorbij. Ondertussen gaat Jack in drie jaar tijd langs 16 onderduik adressen
en maken mijn grootouders een nog minder fortuinlijke reis. Zij worden opgepakt en weggevoerd naar kamp Westerbork en belanden
uiteindelijk in zomer 1943 in Auschwitz.
Ze worden gelijk naar de gaskamers verwezen, maar mijn opa Henry heeft de helderheid van geest om tegen de chef selectie in zijn
beste Duits te zeggen: "Waarom stuur je ons die kant op, Ik kan schoenen voor jullie maken en mijn vrouw is een gediplomeerd
verpleegster." Het lukt hem om de man te overtuigen en beiden overleven het kamp. Ze keren, volgens de lezing van mijn vader, samen
met één ander koppel uit Scheveningen, als enig echtpaar terug uit Auschwitz.
Bron:
Lange, de, Abel, Aby's Oorlogsverhaal voor Open Joodse Huizen - mei 2014.
Joods Amsterdam
De familie De Lange werd na de oorlog met elkaar herenigd.
Naschrift De Dokwerker:
De familienaam Zwartjes zou gezuiverd moeten worden van de suggestie dat deze familie fout was tijdens de oorlog.
Maar Joden kopen niet in de winkel omdat de huidige eigenaren foute voorouders hadden. De oproep van een nazaat dat het allemaal
al zo lang geleden is vind ik ongepast en totaal niet bijdragen aan eerherstel van de familienaam Zwartjes.
Juist hierdoor wordt iedereen nu aan het foute verleden van de winkel herinnerd. Het destijds (1917) toestaan dat de naam Zwartjes
mocht worden gebruikt was een weloverwogen beslissing. De geschiedenis verander je nu eenmaal niet.
Dat er NSB-vlaggen aan de gevel hingen ontkent de huidige familie Sprangers overigens niet, wel dat er een hakenkruis in de winkel
zou hebben gelegen. Men verklaart dat door te stellen dat er twee schoenleesten haaks op elkaar lagen. Hmmm.