De Duitse Spoorwegen
De 'Deutsche Reichsbahn (DR)' faciliteerde de holocaust, zonder de Duitse Spoorwegen was het onmogelijk geweest miljoenen Joden
te vergassen en verbranden.
Karl Wolff was een hoge SS'er die direct onder Heinrich Himmler diende, een baantje dat hij te danken had aan zijn vriend Reinhard
Heydrich. Wolff schreef op 13 augustus 1942 aan de directie van de DR een brief waarin hij hartelijk dankte voor het feit dat de DR
dagelijks treinen liet rijden met duizenden Joden richting de vernietigingskampen. Wolff voegde er aan toe dat hij verwachtte dat de
dienst ook in de toekomst haar volle medewerking zou verlenen aan de 'volksverhuizing' van de Joden.
De brief was een antwoord op het schrijven van Albert Ganzenmüller, plaatsvervangend directeur van de DR die in 1942
Wilhelm Kleinmann had opgevolgd. waarin hij 'met trots' aan Wolff meedeelde dat hij naar aanleiding van een telefoongesprek op 16 juli
1942 met Wolff zich met volle overgave had ingezet om treinen naar de vernietigingskampen te laten rijden.
Baas van Albert Ganzenmüller was Julius Dorpmüller.
Karl Wolff
SS-Obergruppenführer Karl Wolff was ook generaal bij de Waffen-SS. Hij werd direct na de oorlog gearresteerd vanwege
zijn lidmaatschap van de SS en tot vijf jaar cel veroordeeld, die mocht hij uitzitten in Duitsland, daar werd hij vrijwel direct
vrijgelaten.
In 1962 werd hij opnieuw gearresteerd, nu voor de deportatie van 300.000 Joden naar Treblinka die daar allen de dood vonden. Deze keer viel
zijn straf hoger uit: 15 jaar. Na zeven jaar zou hij te ziek zijn om zijn straf verder uit te zitten, de Duitsers wilden geen martelaren dus
lieten ze hem in 1969 vrij.
Vervolgens leefde Karl Wolff nog vijftien jaar als vrij man in Duitsland.
Julius Dorpmüller
Dorpmüller kwam uit een familie die leefde voor de trein, het was dan ook niet vreemd dat Julius direct na zijn afstuderen voor de
spoorwegen ging werken. Hitler benoemde hem tot minister van Verkeer en gaf leiding aan de Deutsche Reichsbahn waardoor hij
tijdens de oorlog direct verantwoordelijk was voor de deportatie van Joden.
Na de oorlog bleek Dorpmüller kanker te hebben, hij overleed op 5 juli 1945, in 1949 wordt hij postuum volledig vrijgesproken van
iedere betrokkenheid bij de holocaust, zijn direct ondergeschikte ving de spreekwoordelijke klappen op, maar ook die waren bescheiden.
Dorpmüller werd jarenlang herdacht als een eervol man. Pas in 1995 werd alle eerbetoon (bustes, vernoemingen, ere-doctoraten)
verwijderd.
Tot 1992 verzorgde de opvolger van de Deutsche Reichsbahn (de Deutsche Bundesbahn) zijn graf, dat werd toen door onbekenden
overgenomen. Zijn plaatsvervanger tijdens de eerste oorlogsjaren was Wilhelm Kleinmann.
Wilhelm Kleinmann
Op 26 mei 1942 trad Kleinmann 'op eigen verzoek' terug als plaatsvervangend directeur van de DR. Het vrijwillige karakter van zijn vertrek
is betrekkelijk, Adolf Hitler was ontevreden over hem omdat hij te weinig zou doen om voldoende treinen te laten rijden om troepen
naar Rusland te brengen.
Hoe Kleinmann exact aan zijn einde is gekomen is niet bekend, het hardruchtigste verhaal dat de ronde doet is dat de Russen hem tijdens
de bevrijding van Berlijn hadden opgepakt. Kleinmann zou verantwoordelijk worden voor de transporten van Joden naar
de vernietigingsklampen, men vertrouwde er onvoldoende op dat hij zich daar voor de volle honderd procent voor zou inzetten
en verving hem door Albert Ganzenmüller.
Onder de verantwoordelijkheid van Kleinmann zijn tienduizenden Poolse Joden uit het getto van Warschau getranspoteerd naar
de dodenkampen.
Baas van Albert, Julius Dorpmüller, probeerde het vertrek van Kleinmann vergeefs tegen te houden.
Albert Ganzenmüller
Ganzenmüller was tijdens het tweede deel van de oorlog de nieuwe plaatsvervanger van Dorpmüller en werd
na de oorlog de spreekwoordelijke 'kop van jut' omdat zijn baas niet meer leefde. Ganzenmüller was direct verantwoordelijk
voor het transport van Joden naar de vernietigingskampen.
Na de oorlog vluchtte hij naar Argentinië maar kon verder in vrijheid leven omdat in 1952 zijn zaak werd
geseponeerd, drie jaar later keerde hij terug naar München waar hij in 1996 overleed. In latere jaren is nog
wel geprobeerd hem te toch te vervolgen, maar in 1977 zou Ganzenmüller niet fit genoeg zijn om terecht
te staan, hij leefde toen nog bijna twintig jaar.
Kaartje zelf betalen
De meeste Joden moesten betalen om met de trein naar het oosten te worden vervoerd, alwaar ze meestal de dood vonden in een van
de vernietigingskampen. Voor kinderen werd 'half geld' gevraagd, het betrof vervoersbewijzen 'enkele reis'.