Werkgroep Vermiste Personen Tweede Wereldoorlog (WVPwo2)
Op 1 september 2008 werd er een werkgroep opgericht die zich ten doel stelde vermissingszaken uit WO II op Nederlands grondgebied op te lossen. Het WVPwo2 valt
onder het Rode Kruis en werkt samen met de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht, het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), de
regiopolitiekorpsen IJsselland, Brabant-Noord en Midden-West Brabant en diverse deskundigen. Door subsidie van het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg
wordt hun werk mogelijk gemaakt.
Naar schatting zijn er nog ruim 550 vermissingszaken die opgelost moeten worden.
Verwerkingsproces
Met name voor de nabestaanden die familieleden of vrienden missen is dit onderzoek van groot belang omdat velen het rouwproces nimmer hebben voltooien omdat er
geen stoffelijk overschot is teruggevonden. Door gebruik te maken van nieuwe DNA technieken is er veel meer mogelijk dan vroeger. De onderzoekers doen het werk
belangenloos.
Het Rode Kruis kreeg veel verzoeken van nabestaanden omdat het Rode Kruis in de oorlog vaak de enige instantie was die van de Duitsers toegang kreeg tot de
kampen. Zo werd Otto Frank na de oorlog ook door medewerkers van het Rode Kruis op de hoogte gesteld van het overlijden van zijn dochters Margot en Anne. Als er
overblijfselen van stoffelijke resten gevonden zijn en uit dossiers blijkt dat er een mogelijkheid tot identificatie is dan wordt er bij nabestaanden DNA aafgenomen, het
Nederlands Forensisch Instituut (NFI) stelt dan twee profielen vast om te kunnen beoordelen of er grote overeenkomsten zijn.
Succes
In 2010 groef de werkgroep de stoffelijke resten op van twee graven op het Ereveld Loenen. De achterkleinzoon van Gerard Putter meldde zich na een oproep bij het
Rode Kruis. Van zijn vader en tante werd DNA afgenomen en vergeleken met DNA dat eerder was afgenomen van 28 onbekende Nederlanders die op het Ereveld Loenen
begraven liggen. Inderdaad bleek er een match met verzetsman G.M.T. (Gerard) Putter.
Maar ook de heer Molenkamp vermoedde dat zijn vader, een verzetsheld, begraven lag in een graf voor onbekenden. Henk Molenkamp werd op 24 februari 1943 door de
Duitsers gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte in Den Haag. Na vergelijking van het DNA van beiden bleek inderdaad dat het ging om de vader van de heer Molenbeek
waarop Henk herbegraven werd met een eigen steen met daarop, uiteraard, zijn eigen naam.
Deze twee gevallen bewijzen de noodzaak van de werkgroep.
Opnieuw succes, nu voor Amsterdam
In de onbekende graven op het Ereveld Loenen liggen nog 26 overledenen te wachten op herkenning. Op 13 april 2015 maakte het Rode Kruis bekend dat er
wederom een match is gevonden. Dit keer ging het om drie Amsterdammers, te weten Douwinus Janse, Karel Walet en Eliazer Pachter. Ook zij werden op de
Waalsdorpervlakte door de Duitsers vermoord en zonder grafsteen begraven.
Douwinus Janse (31, timmerman), Karel Walet (28, loodgieter) en Eliazer Pachter (30, kapper) werden door het Duitse Hooggerechtshof wegens verzet tegen de
bezetter ter dood veroordeeld en op de Waalsdorpervlakte doodgeschoten en begraven.
Douwinus Janse, Eliazer Pachter en Karel Walet
Onderzoek
Iedereen kan een verzoek doen tot onderzoek door het WVPwo2, maar ook als u denkt over informatie te beschkken over vermiste personen dan kunt u zich wenden
tot het Rode Kruis via onderstaand adres.
Het Nederlandse Rode Kruis
Afdeling Oorlogsnazorg
Postbus 28120
2502 KC Den Haag
E-mail: vermistepersonenWO2 at redcross.nl