Documentaire Shoah van Claude Lanzmann.
Claude Lanzmann is een Parijse filosoof en journalist die in 1925 werd geboren., zijn belangrijkste werk is de documentaire SHOAH.
Shoah gaat volgens Lanzmann niet over de overlevers, maar over de dood. Het maakte van Claude soms een depressief mens die bijna de dood
vond toen hij tenonder dreigde te gaan aan de somberheid die hij in kaart bracht. Shoah is een zeer indringend document waarbij
Lanzmann geen gebruik maakte van acteurs, maar van overlevenden.
De documentaire uit 1985 duurt ruim negen uur en vertelt aan de hand van getuigen de geschiedenis van de Jodenvervolging tijdens de
Tweede Wereldoorlog. Terecht heet de film 'SHOAH' en niet 'holocaust' omdat shoah staat voor systematische vervolging en vernietiging, een
holocaust kan ook een offer zijn, maar niet ieder offer is opgelegd. Vandaar dat 'SHOAH' een betere term is voor de verschrikkingen die de
Joden ondervonden.
Abraham Bomba
Als je in Nederland iets wilt lezen over de in 1919 in Boyden - Oberslazen, Duitsland, geboren Bomba kun je je de moeite besparen, ik zeg
daarmee niet dat er opzet in het spel is, maar juist Abraham is een sprekend voorbeeld van hoe de nazi's te werk gingen. Bomba wordt
door Lanzmann opgespoord, de 'kapper' van Treblinka. Abraham was een Duitse Jood, zijn vader overleed in 1930, hij en zijn familie verhuisden
naar Polen waar zij in 1939 getuigen waren van de inval van de Duitse troepen.
Czestochowa was een Poolse stad waar veel Joden woonden, de familie Bomba werd in 1941 gedwongen om daar te gaan wonen. Czestochowa
werd een van de Joodse gettos in Polen. Abraham trouwde met zijn jeugdliefde Reizl, zij kregen één zoon,
Berl, Abraham werkte als kapper in het getto.
Treblinka
In september 1942 werden Reizl, Berl en Abraham gedeporteerd naar vernietigingskamp Treblinka, een concentratiekamp in Polen. Hij werd na aankomst
gescheiden van zijn familie en zou ze nooit meer terug zien, zij werden direct na aankomst vergast. Abraham werd verplicht tewerkgesteld.
Voordat vrouwen en kinderen werden vergast moest hij ze kaal scheren. Ook sorteerde hij kleding van aangekomen gevangenen. Abraham wist in januari
1943 samen met twee anderen te ontsnappen en keerde terug naar zijn voormalige woonplaats Czestochowa om verzet te plegen tegen de bezetter.
Hij ontmoette Regina waarmee hij trouwde. Het noodlot sloeg echter opnieuw toe, het getto Czestochowa moest van de nazi's ontruid worden,
iedereen werd weggevoerd. Zowel Bomba als zijn vrouw kwamen in een werkkamp in de buurt terecht, de Russen bevrijdden hen in 1945.
Na de oorlog emigreerde hij met zijn vrouw naar de Verenigde Staten waar zij een dochter, Bonnie, kregen. Bonnie schonk hen drie kleinkinderen.
Tijdens de Treblinka processen getuigde Abraham tegen zijn voormalige bewakers en hun officieren. Over zijn ervaringen schreef hij boeken en
gaf hij veel interviews, op scholen vertelde leerlingen hij over zijn ervaringen. Hij woont nu in Israêl.
In SHOAH zien we Abraham en Claude in Israël waar Abraham in een kapperszaak iemands' haar knipt. Tijdens het knippen vertelt Abraham over
zijn tijd in Treblinka, dat hij vrouwen en kinderen kaal moest knippen, vlak voordat zij de gaskamers in gingen. Iedereen die de film gezien heeft
praat over Abraham Bomba, de wijze waarop hij zijn verhaal vertelt is zeer indrukwekkend.
Maar het is ook exemplarisch voor hoe Lanzmann te werk ging. Hij deed tien jaar over zijn documentaire SHOAH, dat geduld zie je in iedere
seconde terug. Hij laat de camera draaien totdat de gesprekspartner niet meer door heeft dat er een opname wordt gemaakt, Lanzmann is
nooit meer geëvenaard als interviewer. SHOAH wordt door holocaust-ontkenners aangegrepen om hun argumenten dat er nooit een
holocaust heeft plaats gevonden kracht bij te zetten.
Als je negen uur film hebt uit tienduizenden meters film kan het haast niet anders dan dat details niet altijd met elkaar in overeenstemming zijn. Zo
beschrijft Abraham de gaskamers niet zoals ze in werkelijkheid waren. Een detail dat niet ter zake doet, de grote lijn van zijn verhaal is helder
en bevestigt wat we al wisten. Alleen brengen Lanzmann en Bomba dat op uiterst indringende wijze in beeld.
Op de vraag waarom Bomba meewerkte in het kamp zei hij: "ik had geen keuze, het was dit of, net als mijn familie, de dood".
Schuilnaam
Claude Lanzmann gebruikte vaak een schuilnaam, Claude-Marie Sorel, hij praat daar liever niet over, maar ook hij ontwam niet aan het
geven van een verklaring. Lanzmann bemerkte dat hij niet altijd welkom was, zijn naam bleek voldoende aanleiding om een interview
te weigeren. Lanzmann zette alles op alles om toch iemand voor de camera te krijgen.
Dat dat desondanks niet altijd lukte bleek toen hij in 1978 SS-Unterscharführer Franz Suchomel benaderde voor een gesprek, Franz
was van augustus 1942 tot oktober 1943 werkzaam als bewaker in Treblinka. In 1965 was Suchomel tot zes jaar gevangenisstraf
veroordeeld, vanwege zijn betrokkenheid, maar vier jaar later wegens goed gedrag alweer vrij man.
Suchomel wilde wel praten, mits hij alleen een microfoon voor een bandopname zou krijgen, gefilmd worden wilde hij pertinent niet. Ook mocht zijn
naam niet genoemd worden. Lanzmann prepareerde daarop een kleine camera die er uit zag als een microfoon, tijdens het gesprek versprak
de nazi zichzelf en noemde zelf zijn naam, later zei hij tijdens de opnamen dat hij niet wilde dat zijn naam bekend zou worden.
De beelden zijn goed genoeg om te zien hoe Suchomel een nazi-kaart in zijn woonkamer had hangen waarop het kamp te zien was, hij
verduidelijkte onder andere waar de gaskamers stonden.
In de film zegt Suchomel:
"Je rook die stank overal, die werd door de wind meegevoerd. Begrijpt u? Er kwamen steeds meer mensen aan, zoveel dat ze niet gedood
konden worden. De heren wilden het getto van Warschau zo snel mogelijk ontruimen. De gaskamers hadden te weinig capaciteit. Ik bedoel
de kleine gaskamer.
In de doorgangskampen moesten de Joden hun beurt afwachten. Dat duurde soms twee dagen, of drie. Ze hadden een vermoeden van wat
ze te wachten stond. Ze hadden er voorgevoel van. Misschien twijfelden ze, maar velen moeten het geweten hebben. Zo waren er bijvoorbeeld
Joodse vrouwen die 's nachts de aderen opensneden van hun dochters en zichzelf.
Anderen namen vergif in, omdat ze het dreunen van de motoren van de gaskamer hoorden. De motor van een tank voorzag de gaskamer van
gas. In Treblinka werden alleen uitlaatgassen gebruikt. In Auschwitz gebruikte men 'Zyklon B'. Toen mensen twee tot drie dagen moesten
wachten, belde Eberl. Eberl was de commandant van het kamp.
Die belde naar Lublin om alarm te slaan. Hij zei: "Zo gaat het niet meer; ik kan het niet meer aan! Die transporten moeten stopgezet worden."
En op een nacht kwam Wirth. Hij inspecteerde alles en vertrok meteen weer. Hij kwam terug met mensen uit Belzec. Dat waren dus specialisten
in hun vak.
En Wirth bereikte dat de transporten tijdelijk stopgezet werden en de lijken die overal lagen, werden opgeruimd. Dat was in de periode van
de oude gaskamers. En omdat zoveel mensen bezweken, en er zoveel doden waren die niet opgeruimd konden worden, bleven de lijken
dagenlang liggen. Er lagen stapels lijken voor de gaskamers. Onder die lijken lag een laag vuil, wel tien centimeter dik: bloed, wormen en
uitwerpselen."
Op een gegeven moment zingt Franz Suchomel het Treblinka lied, ik onthoud je de tekst, kijk de film.
Josef Oberhauser
De hele film met je doornemen is onbegonnen werk en doet ook afbreuk aan de impact, een laatste voorval wil ik je niet onthouden. Belzec
was een soort van speeltuin voor de Duitsers, hier experimenteerden ze. Het was een laboratorium. Van november 1941 tot 1 augustus
1942 was Josef Oberhauser er hoofd van de bewaking. Voor zijn aandeel is hij later veroordeeld.
Oberhauser overleed in 1979 in München, maar Lanzmann onmaskerde hem op tijd. Josef werkte in een bierkelder, Lanzmann was naar
binnen gekomen onder het voorwensel dat hij een interview wilde over het bier dat er verkocht werd. Al snel begon Lanzmann over
Belzec, Oberhauser zette snel zijn bril op en ontweek de vragen, maar kon niet weg want hij moest bier tappen voor de obers die met
bestellingen kwamen.
Ook dit toont aan hoe feilloos en geraffineerd de documentairemaker te werk ging.
In 1993 kreeg Lanzmann van de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 de Verzetsprijs.